- de eerste alinea van de tekst - staat vaak apart van de tekst
- maakt bijna altijd duidelijk wat het onderwerp is
kern
- het middenstuk van de tekst
- bestaat uit één alinea of meer alinea's
- geeft informatie over het onderwerp van de tekst
slot
- de laatste alinea
- herhaalt het belangrijkste uit de tekst - geeft tips
Slide 4 - Slide
Lezen 2.3 - huiswerk bespreken
maken opdracht 6 en 7 (blz. 85)
Slide 5 - Slide
Lezen 2.3 - leertekst Verkennend Lezen (blz. 85)
Voordat je een tekst écht gaat lezen, bekijk je de tekst. Je komt dan al veel over de tekst te weten. Daardoor lees je de tekst makkelijker. Deze manier van lezen noem je verkennend lezen.
Verkennend lezen doe je zo:
Lees de titel en de tussenkopjes.
Lees de inleiding en het slot.
Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
Lees de informatie onder de tekst (de bron).
Slide 6 - Slide
Lezen 2.3 - leertekst Verkennend Lezen (blz. 85)
Stel jezelf daarbij vragen als:
• Wat is het onderwerp van de tekst?
• Wat weet ik al over het onderwerp?
• Wat voor tekst is het? Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht?