Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Herkenning en vervreemding
THEATER
Slide 1 - Slide
Wat is een masker?
Bedenk 3 verschillende (soorten) maskers.
Slide 2 - Slide
Masker
‘Persoon’ komt van het Latijnse ‘persona’ --> masker
Masker --> iemands persoonlijkheid, identiteit
Slide 3 - Slide
Masker
Met een masker blijft de identiteit verborgen, de masker geeft een nieuwe identiteit.
Masker om te vermommen, zichzelf feestelijk aan te kleden, te beschermen of voor een bepaald ritueel.
Slide 4 - Slide
Carnaval van Venetie
Doodsmaskers
Slide 5 - Slide
Afrikaanse maskers
Pablo Picasso
Slide 6 - Slide
Pestmasker
Gasmasker
Slide 7 - Slide
Super heroes
Spiderman
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
"Alicia Keys is het zat om met een masker rond te lopen en heeft besloten om vanaf nu altijd make-up loos door het leven te gaan. Ook tijdens optredens en fotoshoots."
Slide 11 - Slide
Wat is theater?
Bedenk een definitie.
Slide 12 - Slide
Theater
Een definitie:
A speelt B terwijl C toekijkt
Slide 13 - Slide
Hoe verschilt theater van andere kunstvormen?
Slide 14 - Slide
Theater
Theater is live en dus nooit precies hetzelfde.
Er is publiek dat reageert op wat er gebeurt.
Andere kunstvormen
Een foto kun je reproduceren/herdrukken en deze zal niet veranderen.
Een film zal ook iedere keer hetzelfde zijn.
Slide 15 - Slide
Geschiedenis van theater
Slide 16 - Slide
Wat was het doel/de functie van het Griekse theater?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Wat was het doel/de functie van het Griekse theater?
Slide 19 - Slide
Grieks theater
"Leren over het leven"
Droevige verhalen over wat er zou gebeuren wanneer je niet luistert naar de goden.
Slide 20 - Slide
Théodore Géricault
'Het Vlot van Medusa', 1818.
Tableau vivant = levend schilderij
Slide 21 - Slide
Opdracht rollenspel
Beeld de situatie die je krijgt uit in een 'tableau vivant'.
Bespreek met elkaar hoe je de situatie uit gaat beelden
en wie wie is. Daarna laat ieder twee-/drietal om de beurt zijn situatie zien aan de klas.
De klas moet raden wat er aan de hand is en wie welk personage speelt.