Dtoets voor H5

1 / 34
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Een test jezelf voor het PW
- Als je het goed doet krijg je een halve punt er bij op je toets

- Vul dus je eigen naam in, anders verspeel je de kans op je extra halve punt

Slide 2 - Slide

Welke verbrandingsgassen ontstaan als aardgas onvolledig verbrandt?
A
alleen koolstofdioxide
B
alleen koolstofmono-oxide
C
water en koolstofdioxide
D
water en koolstofmono-oxide

Slide 3 - Quiz

Wat ontstaat er nog meer tijdens een onvolledige verbranding?
A
Roet
B
Waterdamp
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide

Slide 4 - Quiz

Wanneer je een ijezeren lepeltje in je thee zet wordt die warm. Dit is een vorm van:
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 5 - Quiz

In de winter voelt het metaal van je fiets kouder dan de handvaten. Dit komt omdat:
A
metaal een betere geleider is dan kunststof
B
metaal een slechtere geleider is dan kunststof
C
metaal altijd kouder is dan kunststof
D
metaal minder warmte straling heeft dan kunststof

Slide 6 - Quiz

Een gaskachel zet ................... energie om in warmte.
Een waterkoker zet ............................. energie om in warmte.
elektrische
chemische

Slide 7 - Drag question

chemsiche energie
elektrische energie
broodrooster
soldeerbout
strijkijzer
waxinelichtje
open haard
gasbrander

Slide 8 - Drag question

Als ik aan het koken ben beslaan de tegels in de keuken. Door welk verbrandingsgas komt dit?

Slide 9 - Open question

Erwin leest op zijn gasmeter af; 12234,26 kubieke meter. Twee weken later leest hij weer af; 12328,76 kubieke meter.
Bereken hoeveel euro Erwin aan gas heeft verbruikt als 1 kubieke meter 63 cent kost.

Slide 10 - Open question

Welk verbrandingsgas ontstaat er nog meer bij een volledige verbranding?

Slide 11 - Open question

Leerling 1 zegt over de CV; "In de warmtewisselaar neemt het water warmte op."
Leerling 2 zegt; "In de radiator staat het water de warmte weer af."
Wat klopt?
A
Leerling 1 en 2 hebben gelijk
B
Alleen leerling 1 heeft gelijk
C
Alleen leerling 2 heeft gelijk
D
Geen van beide hebben gelijk

Slide 12 - Quiz

Wat is geen voorwaarde van de branddriehoek?
A
Brandstof
B
Warmte
C
Lucht
D
Zuurstof

Slide 13 - Quiz

Als er brand uitbreekt in grote gebouwen gaan 'branddeuren' dicht. Waarom gaan deze dicht?
A
Om nieuwe lucht toevoer te beperken
B
Om te zorgen dat mensen de juiste uitgang nemen
C
Om te zorgen dat de brandweer weet waar ze naar binnen moeten
D
Geen van deze antwoorden

Slide 14 - Quiz

Als die branddeuren dicht gaan, welke voorwaarde wordt er dan weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 15 - Quiz

Als ik een deksel op een pan leg waar brand in is, welke voorwaarde neem ik dan weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 16 - Quiz

Voordat ik de deksel op de brandende pan leg, draai ik het vuur uit. Welke voorwaarde neem ik dan weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 17 - Quiz

Wanneer je een schuimblusser gebruikt, welke voorwaarde neem je dan weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 18 - Quiz

Als ik een kampvuurtje blus met water, welke voorwaarde haal ik dan weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 19 - Quiz

Als ik een kampvuurtje met water blus rookt het heel erg. Ik kan er ook zand op gooien, welke voorwaarde haal ik dan weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 20 - Quiz

Ik kook op een gasvlam. Ik ben klaar met koken en draai het vuur uit. Welke voorwaarde haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Lucht
D
Warmte

Slide 21 - Quiz

Een goede warmtegeleider kan warmte goed doorgeven. Tussen twee vaste stoffen noemen we die overdracht dan ook geleiding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Hout is een goede warmtegeleider.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Staal is een geen goede warmte geleider.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Welk soort warmtetransport zorgt ervoor dat we de warmte van de zon voelen?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 25 - Quiz

Welk soort warmtetransport zorgt ervoor dat je de warmte met je hand op de radiator kunt voelen?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 26 - Quiz

Welk soort warmtetransport zorgt ervoor dat een huis warm wordt van vloerverwarming?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 27 - Quiz

Warme lucht verplaatst zich van een plek met een hoge temperatuur naar een plek met een lage temperatuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Warmte gaat altijd naar beneden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Bij welke vorm van warmte transport is er geen tussenstof nodig?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 30 - Quiz

Op een zonnige parkeerplaats staan een witte en een zwarte auto. Welke absorbeert het meeste zonlicht?
A
De zwarte auto
B
De witte auto

Slide 31 - Quiz

Welke auto weerkaatst het meeste zonlicht?
A
De witte auto
B
De zwarte auto

Slide 32 - Quiz

Welke auto wordt het heetst?
A
De witte auto
B
De zwarte auto

Slide 33 - Quiz

Als je gas wil besparen tijden het koken van een eitje, wat kun je dan doen?
A
Gas hoger zetten
B
Deksel op de pan

Slide 34 - Quiz