Dementie vormen

1 / 24
next
Slide 1: Video
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

Weten jullie wat dementie is.
Kunnen jullie de symptomen van dementie benoemen. 
Kennen jullie de vier meest voorkomende ziekten van dementie.
Kunnen jullie de verschillen tussen de vier ziekten uitleggen.
Kennen jullie de vier dementie stadia. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Dementie

De achteruitgang van het denkvermogen en verandering van het gedrag 
Een combinatie van symptomen:
Hersenen kunnen informatie niet goed verwerken
Meest voorkomende vorm van Dementie:
Ziekte van Alzheimer
Vasculaire Dementie
Frontotemporale Dementie
Lewy Body Dementie 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dementie
De gevolgen van het ouder worden zijn ook merkbaar in het functioneren van de hersenen.

Tot 25ste = ontwikkeling / vanaf 35ste = vermindering

Achteruitgang van cognitieve taken: .. 



Slide 4 - Slide

Complexe cognitieve taken: 
iets nieuws leren; snel nieuwe informatie verwerken. 
Dementie
De hersenen zijn niet meer in staat om informatie goed te verwerken. 
1 op de 5 
Boven de 90 jaar = 40% een vorm van dementie 
'' 290.000 Nederlanders hebben dementie. Aangezien de leeftijd de belangrijkste risicofactor is voor dementie, zorgt de vergrijzing van de bevolking ervoor dat het aantal mensen met dementie sterk toeneemt.'' 
 
Progressief

Het maakt uit welke hersenziekte de dementie veroorzaakt.  
- Ander ziekteproces

Slide 5 - Slide

Galantamine
Rivastigmine
= Remmen het enzym dat Acetylcholine afbreekt.

Memantine
= bevordert de overdracht van signalen in de hersenen.

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Geheugenstoornissen
- Nieuwe informatie niet meer opnemen.
- Opgeslagen informatie moeilijk ophalen

Cognitieve stoornissen
- Afasie/ Taalstoornis
- Apraxie/ Verminderd vermogen van het uitvoeren van motorische handelingen
- Agnosie/ onvermogen om objecten te herkennen

Specifieke gedragingen
Gedrag en stemmingen die kunnen voorkomen bij zorgvragers met dementie
Persevereren = je kan niet meer kan stoppen met een bepaalde handeling of je blijft continu hetzelfde woord of opmerking herhalen 
                                                                      
Confabuleren = het opvullen van gaten in het geheugen met fantasie 

Verzamelzucht

Achterdocht = wantrouwen

Decorumverlies = iemand weet zich niet te gedragen zoals bij de gelegenheid past

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

persevereren
Confabuleren
Verzamelzucht
achterdocht
Decorumverlies
Herhalen
vertellen van verzinsels
Allerlei voorwerpen verzamelen
Gevoel dat iemand niet te vertrouwen is
Er wordt gedrag vertoont dat niet aan de sociale omgeving van dat moment is aangepast

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Diagnose

Reden om naar de huisarts te stappen:
- Geheugenproblemen of verandering van gedrag of karakter
 
Algemeen onderzoek:
MRI-scan en PET-scan: 
Door de afwijkingen die te zien zijn kunnen verschillende vormen van dementie worden onderscheiden. 

Bloedonderzoek: 
Bij Alzheimer:  is eiwit aanwezig in het bloed
Neuropsychologisch onderzoek:

Slide 11 - Slide

Executieve functies:
Plannen
Organisatie
Cognitieve flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Timemanagement

Voorbeelden als deze functies niet meer lukken:
- Geen activiteiten meer kunnen organiseren
- Impulsief gedrag
- Niet meer flexibel kunnen omgaan met veranderingen 
- Obsessief gedrag (zoals steeds tellen, zingen, tikken of hetzelfde gedrag vertonen)
- Moeite hebben met passend reageren in sociale interacties
- Problemen met emotie regulatie



                                                milde cognitieve achteruitgang

- bij enkele cognitieve stoornissen
- de geheugenproblemen zijn groter dan bij de leeftijd past
-risicofactor voor het ontwikkelen van dementie



Slide 12 - Slide

MCI: milde cognitieve achteruitgang

VANAF 45 jaar/ jonge zorgvragers 
'' Naar schatting zijn er in Nederland 15.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. ''

- vaak erfelijk 
- lichamelijk sterk
- andere behoeften dan ouderen
- aparte begeleidingsprogramma's

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Preventie

Niet te voorkomen.
Maar.. 
Wat goed is voor het hart, is goed voor het hoofd

Gezonde en actieve levenswijze:

Geheugentraining:
- Helpt wat iemand weet langer vast te houden, maar heeft geen invloed op het activeren van het geheugen. 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Dementie
Wat is dementie?
Symptomen..
Diagnose..
Preventie.. 

Oorzaken: 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van dementie
Mensen met dementie zijn uniek.

Bij iedere hersenziekte is het verloop van de dementie anders. 

Wat betekent dit voor jou als verzorgende/verpleegkundige?



Slide 16 - Slide

Wanneer je als verzorgende de diverse hersenziektes kent, weet je welke hersenfuncties haperen en heb je een beter beeld van de zorgvrager met dementie. 
Alzheimer

- 60/70%
-Bekendst en meest voorkomend
- tussen 70 en 80 jaar

- Hersenziekte:
Hersencellen van de hersenschors werken steeds minder. 
- TAU-eiwitten: 
* Stabiliteit van hersencellen en verbindingen tussen cellen. 
* Worden niet goed afgebroken -> ophopingen in en tussen de cellen = Plaques

Hersencellen functioneren niet meer, krimpen en verdwijnen











- Geheugenstoornis: korte termijn

- Geleidelijk verdwijnen cognitieve functies:
Afasie; Agnosie; Apraxie; uitvoerende functies

- Diagnostiek en behandeling 
Groep 1 & A

Slide 17 - Slide

Afasie: steeds minder uitdrukken via taal; begrijpen van taal

- Agnosie: moeite met herkennen van voorwerpen en geluiden

- Apraxie: moeite met praktische handelingen; moeite met volgorde van deelhandelingen (eerst trui en dan hemd)

 



- Uitvoerende functies: logisch nadenken; plannen en doelgericht handelen
Vasculaire dementie

- 15%

- Stoornissen in de doorbloeding van de hersenen, veroorzaakt door ziekten aan hart en bloedvaten.

- Geen goede doorbloeding van de hersencellen en te weinig zuurstof.

- Gevolg: verbindingen tussen de hersencellen raken beschadigd








Sprake van vasculaire dementie bij zorgvragers die chronische diabetes, hoge bloeddruk of een CVA hebben gehad. 

- Cognitieve stoornissen ontstaan eerder dan geheugenstoornissen.
- Bewust van geestelijke achteruitgang -> emotioneel en gedeprimeerd.
- Grillig verloop
- Geestelijke en lichamelijke achteruitgang ->
lopen, spreken, slikken, plassen.
- kans op nieuw CVA


- Diagnostiek en behandeling groep 2 & B

Slide 18 - Slide

Gestoorde doorbloeding van de hersenen.

Beschadiging van de witte stof.


Frontotemporale dementie (FTD)

- 10%

- Oorzaak = defect gen 

Hersenkwabben krimpen door 
het afsterven van de hersencellen.

- Gedragsstoornissen vallen het eerst op. Waarom ?

- Taalstoornissen door aantasting van de ... 









                                              - Ontremd gedrag
                                              - Persoonlijkhe hygiene
                                              - Onrust
                                              - Persevereren.. 
                                              - Apathie 


- Moeite met het vinden van de juiste woorden
Het begrip van taal blijft wel aanwezig

- Diagnostiek en behandeling groep 3 & C

Slide 19 - Slide

- Persevereren: herhalen

- Hersencellen in frontaal en temporaalkwab gaan kapot. 
functies van deze hersengebieden gaan verloren. 

- Apathie is het gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Opdracht

Lees en bespreek samen de diagnostiek en behandeling van de ziekte. 
Schrijf de belangrijke punten op je blad (tekening, woordweb, schema, ... ). 

Aan de hand van het blad legt elk groepje de diagnostiek en behandeling uit. En vullen de groepen met dezelfde ziekten elkaar aan. 

Groep 1 & A = Alzheimer
Groep 2 & B = Vasculaire dementie
Groep 3 & C = FTD


timer
7:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Uitval van functies
Vaste patronen in de achteruitgang van cognitieve functies.
Stadia van dementie. 

1. - Beginnende dementie
2. - Matige ernstige dementie
3. - Ernstige dementie
4. - Ernstige dementie


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4
Spullen kwijtraken
Een 'fout' maken tijdens een bezigheid verbergen door er een grapje van te maken
Moeite met orienteren 
Minder goed met woorden uitdrukken
''Sorry ik ben de afspraak vergeten''
''Ik zit al 20 minuten in de auto en ik weet niet meer waar ik naartoe zou gaan''
Tijd 23.30uur
''ik ga even booschappen doen''
''Ik kan niet meer vertellen hoe ik me voel''

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Evalueren
Lesdoelen

Wat is bij jou het meest bijgebleven?



Slide 24 - Slide

This item has no instructions