Islam

De Middeleeuwen
Een nieuw geloof: de islam
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen
Een nieuw geloof: de islam

Slide 1 - Slide

Wat weet je al
over de islam?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen hoe de islam is ontstaan.
  • Weet je wie Mohammed was.
  • Weet je hoe de god van de moslims heet.
  • Kun je uitleggen waarom Mekka en Medina belangrijke plaatsen voor moslims zijn.
  • Ken je de vijf zuilen van de islam.
  • Weet je welke gebieden moslims veroverden.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen hoe moslims om gingen met mensen in de veroverde gebieden.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 4 - Slide

Veel goden of één god? 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 5 - Slide

Van Mekka naar Medina
622

  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. 
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 6 - Slide

Een visioen  
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 7 - Slide

Terug naar Mekka
630

  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won. 
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. 
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 8 - Slide

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 9 - Slide

Splitsing in de islam
661

  • Als Mohammed in 632 sterft is er onduidelijkheid: wie gaat hem opvolgen?
  • Volgens Soennieten: de meest bekwame volgeling
  • Volgens Sjiieten: directe familie van Mohammed
  • Het soennisme heeft de meeste volgelingen: ongeveer 90% van de moslims is soennitisch

Slide 10 - Slide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Verspreiding van de islam
Vanaf 632

  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 13 - Slide

Slag bij Poitiers
732

  • Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
  • In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers. 
  • Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken. 
  • Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
  • De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Leren van elkaar
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. 
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 16 - Slide

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 17 - Drag question


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 18 - Quiz


In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1396
C
622
D
1854

Slide 19 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 20 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 21 - Quiz

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 22 - Drag question


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 23 - Quiz


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 24 - Quiz


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 25 - Quiz


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 26 - Quiz


Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet

Slide 27 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 28 - Quiz


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 29 - Quiz


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 30 - Quiz


De volgelingen van de islam zijn
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim

Slide 31 - Quiz


Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
C
Profeten
D
Arabieren

Slide 32 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • profeet
  • kalief 
  • koran
  • moskee
  • vijf zuilen
  • hedsjra
  • hadj
  • ramadan
  • Soennieten
  • Sjiieten

Slide 33 - Slide

Personen uit deze les

  • Mohammed
  • Karel Martel

Slide 34 - Slide

Jaartallen uit deze les


  • 622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
  • 632: Mohammed sterft
  • 661: splitsing in de islam
  • 732: Slag bij Poitiers

Slide 35 - Slide