Engels Vervolg A1 - Thema 1 Jij & anderen woordenschat

Engels Vervolg Thema 1
Jij & anderen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Engels Vervolg Thema 1
Jij & anderen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  • iets over mijzelf vertellen in het Engels met behulp van het woordblok
  • iets over anderen vertellen in het Engels met behulp van het woordblok en afbeeldingen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app       

Slide 3 - Slide

De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.
Wat betekent het woord
"the Netherlands"?
A
Nederland
B
Dutch
C
Holland
D
Nederlands

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"welcome"?
A
hoi
B
welkom
C
hallo
D
fijn er te zijn

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"too"?
A
haar
B
mooi
C
ook
D
met

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"very"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"big"?
A
haar
B
lang
C
ogen
D
groot

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"best"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"great"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"dutch"?
A
Ned
B
Deuzige
C
Holland
D
Nederlands

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"with"?
A
wit
B
mooi
C
ook
D
met

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"hair"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"long"?
A
haar
B
lang
C
eyes
D
groot

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"always"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"a lot of"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"dark"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"her"?
A
haar
B
lang
C
eyes
D
groot

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"happy"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"again"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"beautiful"?
A
haar
B
mooi
C
ook
D
erg,heel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"eyes"?
A
haar
B
lang
C
ogen
D
groot

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"picture"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het woord
"watch"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Zinnen maken!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met de woorden.
I
live
Arnhem
in

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met de woorden.
my
to
Welcome
vlog

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met de woorden.
likes
dance
to
She

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met de woorden.
cool
She
looks
always

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Kijk naar je buurman of buurvrouw. Probeer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Kijk nog eens naar je buurman of buurvrouw. Probeer nu nog een keer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel nieuwe woorden heb jij vandaag geleerd?
020

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Hoe goed kun je nu iets vertellen over jezelf en anderen in het Engels?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions