4.3: Een agrarische samenleving

Hoofdstuk 4: Geloof en geweld
4.3: Een agrarische samenleving


Pak je laptop en ga naar LessonUp!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Geloof en geweld
4.3: Een agrarische samenleving


Pak je laptop en ga naar LessonUp!

Slide 1 - Slide

Wie was de eerste keizer in West-Europa sinds de val van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Karel de Grote
C
Napoleon Bonaparte
D
Clovis

Slide 2 - Quiz

Welke familie leverde de eerste koningen van het Rijk der Franken?
A
Bourgondiërs
B
Merovingen
C
Habsburgers
D
Karolingen

Slide 3 - Quiz

Wat zijn vazallen?
A
Kooplieden die handel drijven
B
Boeren die land bewerken
C
Burgers die belastingen betalen
D
Leden van de adel die trouw zweren.

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van het feodale stelsel?
A
Leenheer en leenman die landruil uitvoeren
B
Boeren die het land bewerken in ruil voor bescherming
C
Koning die directe heerschappij over het land heeft
D
Handelaren die goederen ruilen voor bescherming

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

4.3: Een agrarische samenleving
Door de val van het West-Romeinse Rijk raakt de economie in verval. Onveiligheid zorgt ervoor dat akkers braak komen te liggen en dat de handel stilvalt. Veel mensen gaan leven op een domein onder de bescherming van de heer. Zij worden horigen.

Slide 8 - Slide

Terug naar eenvoud
  • Slechte economie bij val West-Romeinse Rijk
  • Onrust door vreemde volken en gewapende bendes, Romeinse leger geeft geen bescherming
  • Akkers lagen braak, handel en nijverheid nam af, reizen gevaarlijk
  • Krimp van stedelijke bevolking
  • Agrarische samenleving

Slide 9 - Slide

Leven op het domein
  • Domein: landgoed van een heer: koning, edelman, bisschop, abt
  • Hofstelsel, twee delen grond:
    1: stond kasteel of klooster met akkers van de heer
    2: Akkers van boeren die bij het domein hoorden
  • Domeinen zelfvoorzienend; alles aanwezig om van te leven

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Horigen
  • Boeren met akker op domein
  • Deel oogst afstaan aan heer + aantal dagen werken op land van de heer
  • Herendiensten: gebouwen van de heer onderhouden, hout sprokkelen, gracht schoonhouden en goederen vervoeren
  • Gebonden aan domein
  • Krijgen bescherming bij invallers & rovers en voedsel bij misoogst

Slide 13 - Slide

Benoem twee oorzaken voor het stilvallen van de handel rond het jaar 500.

Slide 14 - Open question

Het verschil tussen arm en rijk nam door het hofstelsel snel toe. Leg uit.

Slide 15 - Open question

Hoe functioneerden zelfvoorzienende domeinen?
A
Ze importeerden alles wat ze nodig hadden
B
Ze produceerden hun eigen goederen en voedsel
C
Ze hadden geen behoefte aan handel
D
Ze waren afhankelijk van buurlanden

Slide 16 - Quiz

Wat was een reden voor boeren om horig te worden?
A
Om hogere belastingen te betalen
B
Om minder werk te doen
C
Om meer rechten te verwerven
D
Om bescherming te krijgen van lokale heersers.

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
  • Invullen leerdoelen
  • Maken opdrachten
  • Werkboek of laptop

Slide 18 - Slide