Formatieve toets Chapitre 2 1HV

Toets Chapitre 2
-gram D
- voca A-B-E-F
-phrases-clés C-G

1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets Chapitre 2
-gram D
- voca A-B-E-F
-phrases-clés C-G

Slide 1 - Slide

Afspraken
Doel van de toets:
Jij en jouw docent krijgen inzicht in hoeverre je de lesstof beheerst. Welke onderdelen gaan goed en waar moet je nog aan werken.


Je hebt voor de toets 30 minuten de tijd. 
Lever je toets in als je klaar bent.


Slide 2 - Slide

Grammaire
regelmatige w.w. op -er   -     de ontkenning

Slide 3 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -ER
Je
tu
il,elle,on
nous
vous
ils, elles
arrivez
préfère
adorons
mangent
déteste
aimes

Slide 4 - Drag question

Luc_________ les crêpes (adorer)

Slide 5 - Open question

Monsieur, vous______ français? (parler)

Slide 6 - Open question

Comment tu_______ le dessert? (trouver)

Slide 7 - Open question

Les garçons _______ le poulet.(détester)

Slide 8 - Open question

Zet de woorden in de goede volgorde
1
2
3
4
5
ne
français.
pas
suis
Je

Slide 9 - Drag question

Maak de zin ontkennend:
Nous cherchons la boulangerie.

Slide 10 - Open question

Maak de zin ontkennend:
Il aime les frites.

Slide 11 - Open question

Maak de zin ontkennend:
J'ai faim.

Slide 12 - Open question

Phrases-clés 

Slide 13 - Slide

Traduis: Ober, de kaart alstublieft.

Slide 14 - Open question

Traduis: Ik wil graag twee ijsjes

Slide 15 - Open question

Traduis: Hoeveel kost dat?

Slide 16 - Open question

Traduis: Waar zijn de toiletten?

Slide 17 - Open question

Les nombres

Slide 18 - Slide

Zet de getallen van klein naar groot
quatre-vingt-quinze
vingt-et-un
quatre-vingt-dix-huit
quatre-vingt-six
quarante-huit
soixante- seize

Slide 19 - Drag question

Traduis: 77

Slide 20 - Open question

quatre-vingt-quinze
A
85
B
86
C
69
D
95

Slide 21 - Quiz

Vocabulaire

Slide 22 - Slide

l'eau
le poulet
le lait
les légumes
le thé
le poisson
la viande

Slide 23 - Drag question

Le cours commence ..... (nu)
A
donc
B
souvent
C
maintenant
D
demain

Slide 24 - Quiz

Traduis: Le copain fait les courses dans un supermarché

Slide 25 - Open question

Traduis: Ik zoek het strand

Slide 26 - Open question

Traduis: L'enfant prépare le plat principal

Slide 27 - Open question

Traduis: ____(dertig) euros?! C'est ____(duur)
A
trente - bon
B
tentre - mais
C
trente - cher
D
trente - avec

Slide 28 - Quiz

Traduis: Voor mij ook een stokbrood.

Slide 29 - Open question

Dit is het einde van de toets.
1. Hoe vond je het gaan?
2. Waar moet je de aankomende tijd nog aandacht aanbesteden?

Slide 30 - Open question

La fin
Lever nu je toets in.

Slide 31 - Slide