paragraaf 1.10

Leerdoelen p 1.10
  • Je weet dat India een opkomende economie is
  • Je weet waarom in India de ruimtelijke en sociale verschillen toenemen
  • Je kunt de handels-, investerings- en migratiepatronen tussen GB en India verklaren en beschrijven 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen p 1.10
  • Je weet dat India een opkomende economie is
  • Je weet waarom in India de ruimtelijke en sociale verschillen toenemen
  • Je kunt de handels-, investerings- en migratiepatronen tussen GB en India verklaren en beschrijven 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdrachten
Maak opdrachten 1c, 2ab, 3 van paragraaf 1.10

Slide 5 - Slide

Opdracht 1a, b
1 a Dit is industrialisatie die gericht is op het produceren van goederen die eerst geïmporteerd moesten worden.
b India was veel minder geld kwijt aan importen. Binnenlands werd juist meer geld verdiend en werden banen gecreëerd. India kon dit geld bijvoorbeeld stoppen in bedrijven, infrastructuur en scholing.

Slide 6 - Slide

Opdracht 1c
1c Importvervangende industrialisatie kan moeilijker worden opgezet als er concurrentie is van producten van buiten de landsgrenzen (bijvoorbeeld als deze producten goedkoper of van betere kwaliteit zijn dan de binnenlands gemaakte producten). Door importheffingen in te stellen, worden de buitenlandse producten duurder en zullen eerder binnenlandse producten worden gekocht. Dat is goed voor de ontwikkeling van de eigen industrie.

Slide 7 - Slide

Opdracht 2a, b
2 a De Indiase overheid zag kansen om de economie nog verder te laten groeien door ook te gaan exporteren.
b Met het verlagen van de importheffingen komt er meer concurrentie van buitenlandse bedrijven. Om die concurrentie aan te kunnen, moeten Indiase bedrijven efficiënter gaan produceren en kwalitatief betere producten gaan maken.

Slide 8 - Slide

Opdracht 2c
2c − Indiase bedrijven kunnen hun producten gemakkelijker exporteren omdat importheffingen van andere landen dalen of verdwijnen.
− Indiase bedrijven zijn minder geld kwijt aan het importeren van grondstoffen of halffabricaten.

Slide 9 - Slide

Opdracht 3a
3 a Voorbeelden van juiste antwoorden:
– Ze zorgen voor banen, waardoor mensen meer gaan verdienen en ook meer kunnen uitgeven.
– Ze zorgen voor meer belastinginkomsten voor de overheid, die gebruikt kunnen worden voor uitgaven aan infrastructuur, onderwijs, enzovoort.
– Ze zorgen voor kennisoverdracht / de aanleg van infrastructuur.

Slide 10 - Slide

Opdracht 3b, c
3b de Engelssprekende bevolking
c − Er is een omvangrijke arbeidsmarkt, waardoor er veel personeel beschikbaar is en de kans op goed opgeleid personeel groter is.
− Buitenlandse investeerders zijn dan gevestigd in een land waar een enorme afzetmarkt is, waardoor ze hun producten kunnen afzetten met lagere transportkosten.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdrachten
Maak opdrachten 4 en 6 van paragraaf 1.10

Slide 14 - Slide

Opdracht 4a, b
4 a De industrie maakt veel gebruik van dienstverlening (denk aan accountants, verzekeraars, ICT-bedrijven en transport). Als de industrie groeit, kan ook de dienstensector groeien.
b De economie werd vanaf dat moment opener en toegankelijker voor buitenlandse investeerders. Veel buitenlandse bedrijven verplaatsten diensten zoals callcenters naar India.

Slide 15 - Slide

Opdracht 4c, d
4c B, C
d Nee. In het rechter diagram is te zien dat buitenlandse bedrijven voor een aanzienlijk deel investeren in diensten. Fabricage staat op de tweede plaats, maar deze categorie is niet gespecificeerd. Dit kan dus fabricage van kleding zijn, maar ook van complexe apparatuur.

Slide 16 - Slide

Opdracht 6a
6 a Voorbeelden van juiste antwoorden:
– Groot-Brittannië heeft al eeuwenlang een band met India. Britse bedrijven zijn dus bekender met de Indiase cultuur, of kunnen hier makkelijker informatie over inwinnen, dan wanneer ze bijvoorbeeld in Brazilië zouden investeren.
– Sinds de koloniale tijd hebben er Britse bedrijven in India gezeten. Groot-Brittannië heeft nog veel zakelijke contacten daar (zoals adviseurs, banken, enzovoort) wat het gemakkelijker maakt om er een bedrijf op te zetten.

Slide 17 - Slide

Opdracht 6b, c
6b Door de koloniale banden zijn er meer en gemakkelijker internationale stromen van handel, kapitaal en mensen op gang gekomen. Dit is een van de kenmerken van globalisering.
c Globalisering gaat om internationale relaties op mondiaal schaalniveau, in combinatie met meer samenhang in de wereld. Internationale relaties tussen slechts twee landen dragen niet bij aan meer wereldwijde samenhang en een netwerk van internationale relaties.

Slide 18 - Slide