17. April 2024 / herhalen toetsstof

Programma
- doornemen toetsstof (taaltoets 2 morgen)
Aan het einde van de les weet je precies wat je nog moet leren voor de toets
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
- doornemen toetsstof (taaltoets 2 morgen)
Aan het einde van de les weet je precies wat je nog moet leren voor de toets

Slide 1 - Slide

Toetsstof

1 Wortschatz N-D und D-N
Kapitel 5
Kapitel 6 niet!
2 Grammaticadocument
  • het werkwoord in de t.t.
- werkwoorden met stam op -d/-t
- werkwoorden met stam op sisklank
- werkwoorden met stam op -m/-n
- voldooid deelwoord
  • de uitgangen van 'ein' en 'kein'
  • de bezittelijke voornaamwoorden en de uitgangen

Slide 2 - Slide

Belangrijke woorden in de toetsvragen
Wat betekenen volgende woorden:

übersetzen 
wählen
ergänzen

Slide 3 - Slide

übersetzen = vertalen
wählen = kiezen
ergänzen = invullen

Slide 4 - Slide

Ezelsbrug vervoegen zwakke werkwoorden

Slide 5 - Slide

Ergänze die richtige Form
Arbeite zu zweit
Notiere die Antworten

1 Wo (wohnen) ............. du?
2 Ich (spielen) ............... sehr gern Fußball.
3 Er (reden) .............. immer so schnell.
4 Wie (heißen) .................... du?
5 Was (machen) .............. ihr da?

timer
2:00

Slide 6 - Slide

Ergänze die richtige Form
1 Wo (wohnen) wohnst du?
2 Ich (spielen) spiele sehr gern Fußball.
3 Er (reden) redet immer so schnell.
4 Wie (heißen) heißt du?
5 Was (machen) macht ihr da?

Slide 7 - Slide

Ergänze das Partizip (=voltooid deelwoord)
Arbeite zu zweit
Notiere die Antworten
1 Was hast du gestern (machen) .................?
2 Wann habt ihr Hockey (spielen) ................?
3 Ich habe am Wochenende (studieren) .............
4 Gestern habe ich meine Großeltern (besuchen) ...........
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Ergänze das Partizip (=voltooid deelwoord)

1 Was hast du gestern (machen) gemacht?
2 Wann habt ihr Hockey (spielen) gespielt?
3 Ich habe am Wochenende (studieren) studiert.
4 Gestern habe ich meine Großeltern (besuchen) besucht.

Slide 9 - Slide

Wat is de regel bij het vormen van het voltooid deelwoord?
überlege zu zweit
Notiere die Antwort
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Wat is de regel bij het vormen van het voltooid deelwoord?
stam: ge + stam + t: Ich habe gemacht

werkwoorden die eindigen op -ieren: stam + t: Ich habe studiert
werkwoorden die eindigen op -d/-t: ge + stam + et: geredet

Slide 11 - Slide

übersetze auf Deutsch
Arbeite zu zweit
Notiere die Antworten
(een) ......... Löffel (m)
(geen) .............. Wasser (o)
mijn ............ Orangensaft (m)
jouw .............. Tasche (v)
zijn .................. Nachtisch (m)
haar............ Suppe (v)
ons/onze ............. Restaurant (o)
jullie .............. Rechnung (v)
hun .............. Speisekarte (v)
uw ................. Glas (o)

timer
5:00

Slide 12 - Slide

übersetze auf Deutsch

(een) ein Löffel (m)
(geen) kein  Wasser (o)
(mijn) mein Orangensaft (m)
(jouw) deine Tasche (v)
(zijn) sein Nachtisch (m)
(haar) ihre Suppe (v)
(ons)  unser Restaurant (o)
(jullie) eure Rechnung (v)
(hun) ihre Speisekarte (v)
(uw) Ihr Glas (o)

Slide 13 - Slide

Wat is de regel?
Bij .............en ............. zelfstandige naamwoorden komt achter ein, kein en de bezittelijke voornaamwoorden: 
Bij .............. en ..................... zelfstandige naamwoorden komt achter ein, kein en de bezittelijke voornaamwoorden: 
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Wat is de regel?
Bij vrouwelijke en meervoud zelfstandige naamwoorden komt achter ein, kein en de bezittelijke voornaamwoorden: e
Bij mannelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden komt achter ein, kein en de bezittelijke voornaamwoorden: geen uitgang/niets

Slide 15 - Slide

An die Arbeit
Lernen für den Test!
Gibt es Fragen?

Slide 16 - Slide