Je krijgt een blaadje en levert die bij mij in.
1. Leg uit wat het verschil is tussen de vervoegingen gelooft en geloofd.
Gelooft is persoonsvorm tt en geloofd is voltooid deelwoord.
2. Hij (bekritiseren) mij altijd, daarom heb ik hem (waarschuwen).
Bekritiseert + gewaarschuwd
3. Ik vind het leuk om te schilderen, maar hij vind het leuker om te gamen. Juist of onjuist? Onjuist, want hij vindT
4. Het is wel eens (gebeuren) dat ik me (verslapen). Dat (gebeuren) me tegenwoordig nooit meer.
Gebeurd, verslaap, gebeurt