This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
noumenale en fenomenale wereld
transcendentale filosofie
A priori en a posteriori
Analytisch en synthetisch
Slide 2 - Slide
Kun je iets zeker weten?
Rationalisme:door te denken.
Empirisme: via onze zintuigen.
*behalve Hume
Idealisme:
Er bestaat alleen geestelijke substantie
Je moet de rede en de ervaringen met elkaar combineren.
Slide 3 - Slide
4) Ik kan uitleggen hoe we volgens Kant tot kennis komen. Daarbij kan ik het onderscheid tussen de verschillende soorten oordelen betrekken, het onderscheid tussen de noumenale en fenomenale wereld en Kantiaanse categorieën van het denken.
Vandaag
ik kan uitleggen dat Kants antwoord op de sceptici een synthese is van rationalisme en empirisme
ik kan uitleggen wat Kant bedoelt met categorieën van het denken
ik kan uitleggen wat de fenomenale en noumenale wereld is
-
Leerdoel deze week
Slide 4 - Slide
Denkvragen
Kan je causaliteit waarnemen?
Kan je tijd waarnemen?
Kan je ruimte waarnemen?
Slide 5 - Slide
Kan je causaliteit waarnemen?
Kan je tijd waarnemen?
Kan je ruimte waarnemen?
Slide 6 - Slide
Het werk van Hume haalde Kant uit zijn dogmatische sluimer, met zijn scepticisme over causaliteit en natuurwetten.
Maar Kant had ook vertrouwen in de verklarende werking van Newtons natuurwetten.
Hoe is kennis dan toch mogelijk...?
Slide 7 - Slide
De copernicaanse wending in de kenleer
Niet: "Is de wereld van onze ervaring de wereld zoals ze echt is?"
Maar: "Hoe zitten wij in elkaar om iets te kunnen weten?"
We kunnen niet denken buiten
tijd, ruimte en causaliteit om.
Slide 8 - Slide
Ruimte, tijd en causaliteit zijn voorwaarden om de wereld te begrijpen. Dit zijn structuren waarmee we zintuiglijk kunnen ordenen.
> zo komen we tot kennis
> het is een synthese van rationalisme en empirisme
> twee aanschouwingsvormen, 12 categorieën (waaronder causaliteit)
De copernicaanse wending in de kenleer
Slide 9 - Slide
“Gedachten zonder inhoud zijn leeg, aanschouwingen zonder begrippen zijn blind.”
Slide 10 - Slide
Lees en maak
3.4.1 (opgave 1)
3.4.3 (opgave 1)
3.4.4 (opgaven 4, 6, 7a, 7b en 8)
Aan de slag
Slide 11 - Slide
4) Ik kan uitleggen hoe we volgens Kant tot kennis komen. Daarbij kan ik het onderscheid tussen de verschillende soorten oordelen betrekken, het onderscheid tussen de noumenale en fenomenale wereld en Kantiaanse categorieën van het denken.
Vandaag
ik kan uitleggen dat Kants antwoord op de sceptici een synthese is van rationalisme en empirisme
ik kan uitleggen wat Kant bedoelt met categorieën van het denken
ik kan uitleggen wat de fenomenale en noumenale wereld is
-
Leerdoel deze week
Slide 12 - Slide
noumenale en fenomenale wereld
transcendentale filosofie
A priori en a posteriori
Analytisch en synthetisch
Slide 13 - Slide
Lees en maak
3.4.1 (opgave 1)
3.4.3 (opgave 1)
3.4.4 (opgaven 4, 6, 7a, 7b en 8)
+ Lees 3.4.2 en vul je begrippenlijst in t/m Kant
Huiswerk
Slide 14 - Slide
Is Kant een scepticus?
Is Kant een idealist?
Is Kant een solipsist?
Hume of Kant?
"Ik geloof dat de zon morgen opkomt."
"Ik weet dat de zon morgen opkomt."
Denkvragen
Slide 15 - Slide
4) Ik kan uitleggen hoe we volgens Kant tot kennis komen. Daarbij kan ik het onderscheid tussen de verschillende soorten oordelen betrekken, het onderscheid tussen de noumenale en fenomenale wereld en Kantiaanse categorieën van het denken.
Vandaag
ik kan van verschillende soorten oordelen zeggen of ze a priori, a posteriori, analytisch of synthetisch zijn
pragmatisme en relativisme
Leerdoel vorige week
Slide 16 - Slide
Een driehoek heeft drie hoeken.
Als a groter is dan b, is b kleiner dan a.
Een vrijgezel is ongetrouwd.
Het regent.
Rutte is demissionair premier.
De omikronvariant is besmettelijker dan de deltavariant.
Twee soorten uitspraken
Slide 17 - Slide
A priori
Een driehoek heeft drie hoeken.
Als a groter is dan b, is b kleiner dan a.
Een vrijgezel is ongetrouwd.
Twee soorten uitspraken
A posteriori
Het regent.
Rutte is demissionair premier.
De omikronvariant is besmettelijker dan de deltavariant.
Slide 18 - Slide
Twee soorten uitspraken
Slide 19 - Slide
A priori of a posteriori: mijn broer is familie
A
a priori
B
a posteriori
Slide 20 - Quiz
A priori of a posteriori: Rozen zijn rood.
A
a priori
B
a posteriori
Slide 21 - Quiz
A priori of a posteriori: Alle zwanen zijn wit.
A
a priori
B
a posteriori
Slide 22 - Quiz
A priori of a posteriori: 5 + 3 = 8
A
a priori
B
a posteriori
Slide 23 - Quiz
Analytisch of synthetisch: mijn broer is familie
A
analytisch
B
synthetisch
Slide 24 - Quiz
Analytisch of synthetisch: Rozen zijn rood.
A
analytisch
B
synthetisch
Slide 25 - Quiz
Analytisch of synthetisch: Alle zwanen zijn wit.
A
analytisch
B
synthetisch
Slide 26 - Quiz
Analytisch of synthetisch: 5 + 3 = 8
A
analytisch
B
synthetisch
Slide 27 - Quiz
Twee soorten oordelen
Slide 28 - Slide
Synthetische oordelen zijn altijd a posteriori. Dit zijn feiten (matters of fact). Altijd onzeker, kennis over de buitenwereld.
Analytische oordelen zijn altijd a priori.
Dit zijn relaties tussen ideeën. Zeker, maar geen kennis van de buitenwereld.
Humes vork
Slide 29 - Slide
Waar hoort de uitspraak:
5+3=8
en
"Alles heeft een oorzaak"?
Volgens Hume?
En volgens Kant?
Humes vork
Slide 30 - Slide
Synthetische a priori kennis is mogelijk: kennis die nieuwe informatie oplevert en gaat over de wereld. Dankzij de categorieën in ons denken. Wiskunde, logica, theoretische natuurkunde (en dus Newtons wetten) zijn daar voorbeelden van.
Kant
Slide 31 - Slide
4) Ik kan uitleggen hoe we volgens Kant tot kennis komen. Daarbij kan ik het onderscheid tussen de verschillende soorten oordelen betrekken, het onderscheid tussen de noumenale en fenomenale wereld en Kantiaanse categorieën van het denken.
Vandaag
ik kan van verschillende soorten oordelen zeggen of ze a priori, a posteriori, analytisch of synthetisch zijn