This lesson contains 31 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
Les 1
Slide 1 - Slide
Muurkrant
Op folio formaat.
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je kunt:
vergaderen;
notuleren;
samenwerken;
delegeren;
je aan afspraken houden en inzien waarom dat moet;
een tekst schrijven aan de hand van een schrijfplan;
een tekst beoordelen;
een tekst opmaken;
zelfstandig werken.
Slide 4 - Slide
les 1: theorie en een alinea schrijven
les 2: theorie, in groepjes vergaderen en een thema bedenken
les 3: theorie, vergaderen, schrijfplan maken
les 4: in groepjes vergaderen, afspraken maken
les 5: in groepjes schrijven
les 6: in groepjes schrijven en nakijken
les 7: in groepjes vergaderen, herschrijven
les 8: in groepjes de muurkrant afmaken
Einde van les 8: inleveren bij de docent.
Slide 5 - Slide
hoe schrijf je een alinea?
Schrijven hoofdstuk 2, blz. 50
Filmpje:
Slide 6 - Slide
alinea opbouwen
uitwerking beoordelen
Slide 7 - Slide
Laat je alinea nakijken door je buur.
Waar let je op bij het nakijken?
Opdracht: een dag op het Harens Lyceum
Schrijf een alinea in 8 minuten
Slide 8 - Slide
Welkom
Les 2
Slide 9 - Slide
hoe schrijf je een verslag?
Schrijven hoofdstuk 4, blz 114
Filmpje:
Slide 10 - Slide
een goede inleiding
Titel van een verslag
korte en lange zinnen
Slide 11 - Slide
Groepsindeling:
Slide 12 - Slide
1J
Groep 1 Heleen, Joep, Markus, Sophie
Groep 2
Olivier, Matteo, Gijs, Tom
Groep 3
Merijn, Myron, Liesje, Noor
Groep 4
Jasper, Aiden, Ruben, Noah
Groep 5
Doela, Madz, Irene, Mariejelle
Groep 6
Sven, Manuel, Mart, Daan
Slide 13 - Slide
Kun je het thema in verschillende onderdelen verdelen?
Verdeel de onderdelen
Bedenk met je groepje een thema voor jullie muurkrant.
Slide 14 - Slide
Welkom
Les 3
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Gebruik meerdere bronnen
Controleren
Scheiden van feiten en
meningen
Zorg voor een zo volledig
mogelijk verhaal
Hoor en wederhoor
Bronbescherming
Als twee mensen verschillend denken over één onderwerp, laat je ze allebei aan het woord.
Sommige bronnen vertellen in vertrouwen iets aan journalisten en willen anoniem blijven. Je mag ze dan niet bij naam noemen in je nieuwsitem.
Lees meerdere sites en/of spreek meerdere mensen om zo goed geïnformeerd mogelijk te zijn
Feiten die je in je nieuwsitem opneemt, moeten kloppen. Check ze dus altijd.
Vertel wat er is gebeurd, wanneer, waarom, wie wat zegt en hoe het is gebeurd.
Vertel in je nieuwsitem duidelijk wat feiten en wat meningen zijn. Meningen mogen niet als feiten worden gepresenteerd.
Slide 17 - Drag question
De vijf W’s en de H
De vijf W’s en de H zorgen ervoor dat je een zo volledig mogelijk bericht hebt.
Koppel het juiste woord aan de W’s en de H.
antwoorden
Slide 18 - Slide
Maak gebruik van de theorie, zoals behandeld tijdens de les.
Maak met je groep de voorpagina van een krant met nieuws uit de regio (omgeving). Bedenk zelf een mooie naam voor jullie krant.
Het mogen verzonnen berichten zijn. Zorg voor afwisseling (tekst/afbeeldingen) op je voorpagina en voor een aantrekkelijke lay-out. Kijk goed naar de lay-out van een echte krant.
Slide 19 - Slide
Hebben jullie bepaald wie welk stuk gaat schrijven?