De Franse Revolutie: Van Standenmaatschappij tot Bestorming van de Bastille

De Franse Revolutie: Van Standenmaatschappij tot Bestorming van de Bastille

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je de oorzaken en gevolgen van de Franse Revolutie beschrijven en begrijp je de rol van de verlichting in deze gebeurtenissen

Vertel de leerlingen dat ze aan het einde van de les in staat moeten zijn om de belangrijkste gebeurtenissen van de Franse Revolutie te beschrijven en hoe de Verlichting heeft bijgedragen aan deze gebeurtenissen.

Wat weet je al over de Franse Revolutie?

Standenmaatschappij

Frankrijk was in de 18e eeuw verdeeld in drie standen: de geestelijkheid, de adel en de derde stand.

Leg kort uit wat de standenmaatschappij was en hoe deze verdeeld was in Frankrijk. Gebruik visuele hulpmiddelen om dit te illustreren.

De Verlichting

De Verlichting was een intellectuele beweging die geloofde in de kracht van de rede en de wetenschap. De ideeën van de Verlichting waren van invloed op de Franse Revolutie.

Leg uit wat de Verlichting was en welke ideeën centraal stonden in deze beweging. Verwijs naar belangrijke figuren zoals Voltaire, Montesquieu en Rousseau.

De Staten-Generaal

De Staten-Generaal was een vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen. De derde stand eiste meer inspraak in het bestuur van Frankrijk.

Vertel de leerlingen over de rol van de Staten-Generaal in het bestuur van Frankrijk en waarom de derde stand meer inspraak wilde.

De Nationale Vergadering

De derde stand riep zichzelf uit tot de Nationale Vergadering en begon met het opstellen van een nieuwe grondwet voor Frankrijk.

Leg uit hoe de derde stand zichzelf uitriep tot de Nationale Vergadering en waarom ze begonnen met het opstellen van een nieuwe grondwet.

De Bestorming van de Bastille

Op 14 juli 1789 bestormden boze Parijzenaars de Bastille, een symbool van de absolute monarchie. De bestorming wordt gezien als het begin van de Franse Revolutie.

Vertel de leerlingen over de bestorming van de Bastille en waarom deze gebeurtenis zo belangrijk was voor de Franse Revolutie.

De Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger

Op 26 augustus 1789 werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger aangenomen. Hierin werden de rechten en vrijheden van de Franse burgers vastgelegd.

Leg uit wat de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger was en waarom deze zo belangrijk was voor de Franse Revolutie.

Republiek

In 1792 werd de Franse monarchie afgeschaft en werd Frankrijk een republiek. Koning Lodewijk XVI werd geëxecuteerd.

Vertel de leerlingen over de afschaffing van de Franse monarchie en de oprichting van de Franse republiek.

Terreur

Tijdens de Terreur werden duizenden mensen geëxecuteerd onder het bewind van Robespierre. De Terreur eindigde met de val van Robespierre in 1794.

Vertel de leerlingen over de periode van de Terreur en hoe deze eindigde.

Napoleon Bonaparte

In 1799 greep Napoleon Bonaparte de macht in Frankrijk. Hij voerde hervormingen door en breidde het Franse grondgebied uit.

Vertel de leerlingen over de opkomst van Napoleon Bonaparte en welke hervormingen hij doorvoerde.

Einde van de Franse Revolutie

De Franse Revolutie eindigde in 1799 met de coup van Napoleon Bonaparte. De Franse Revolutie had grote invloed op Europa en de rest van de wereld.

Leg uit hoe de Franse Revolutie eindigde en welke invloed deze had op de rest van de wereld.

Samenvatting

In deze les hebben we gekeken naar de oorzaken en gevolgen van de Franse Revolutie. We hebben gezien hoe de standenmaatschappij en de Verlichting hebben bijgedragen aan deze gebeurtenissen. We hebben ook gekeken naar de belangrijkste gebeurtenissen, zoals de bestorming van de Bastille en de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger.

Vat kort samen wat er in de les is behandeld en vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.