H3.4 deel 1

timer
3:00
Spullen pakken + huiswerk op tafel zichtbaar + inloggen lessonup
Hw: Alles van H3.3 af --> blz 78 t/m 81
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
3:00
Spullen pakken + huiswerk op tafel zichtbaar + inloggen lessonup
Hw: Alles van H3.3 af --> blz 78 t/m 81

Slide 1 - Slide

Lesplanning 
- Huiswerk controle
- Quiz (rekenmachine)
- Opdracht 10 van het huiswerk klassikaal nakijken 
---------------------------------------------------------------------
- H3.4 starten om  --> aantekeningen maken                   09:15 uur
- Zelfstandig werken                                                                     09:25 uur
- Afsluiten met een quiz                                                              09:40 uur

Slide 2 - Slide

Is een telefoon kopen op afbetaling een lening?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Wat zijn kredietkosten?
A
Rente
B
Afsluitkosten
C
Rente + Afsluitkosten

Slide 4 - Quiz

We hebben te maken met een consumptief krediet als...
A
je geld leent voor een aankoop van een duurzame consumptie
B
je geld leent voor het kopen van een woning
C
je geld leent om een onverwachte gebeurtenis op te vangen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn hier de kredietkosten?
A
€ 1.500
B
73 x 30 = € 2.190
C
2.190 - 1.500 =€ 690
D
2.190 + 1.500 =€ 3.690

Slide 6 - Quiz

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
Salariskrediet
Je betaalt deze lening terug in een vast aantal maandtermijnen en een vast maandbedrag.
Je mag lenen tot een bepaald bedrag. Daarna moet je terugbetalen en mag je terugbetaald geld weer opnieuw opnemen. 
Je mag op de betaalrekening  rood staan.

Slide 7 - Drag question

Huiswerk bespreken 
Opdracht 10 
blz 80 

Slide 8 - Slide

Huiswerk opdracht 10. Blz 80

Slide 9 - Slide

H3.4 beginnen 
blz 82

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 
- je weet wat de rol van banken is bij vraag en aanbod van geld
- Welke voor- en nadelen er zijn als je geld belegt i.p.v. spaart
- Wat vreemd valuta's zijn en hoe je de wisselkoers gebruik (video)

Volgende les 
- Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom 

Slide 11 - Slide

Banken
Banken bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld:

Slide 12 - Slide

Beleggen
Beleggen -> geld in iets steken waarvan je verwacht dat het meer waard wordt. Aandelen van een bedrijf bijvoorbeeld. 
Aandeel= stukje van het bedrijf
Koers= prijs van aandeel  

Bedrijf gaat goed = koers omhoog 
Bedrijf maakt winst= jij krijgt stukje winst (dividend)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Beleggen 
Opbrengst:
- koerswinst (koers= prijs van aandeel) kan hoog zijn
- Dividend 
Risico:
- koersdaling 
- bedrijf gaat failliet 
aandeelhouder is dan (deel van) zijn geld kwijt

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 
Deze les
- je weet wat de rol van banken is bij vraag en aanbod van geld
- Welke voor- en nadelen er zijn als je geld belegt i.p.v. spaart
- Wat vreemd valuta's zijn en hoe je de wisselkoers gebruikt 
video 
Volgende les
- Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom 

Slide 16 - Slide

Neem over

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

3.4 nog meer bankzaken?
Huiswerk:





1 Opdracht 1 t/m 8 op blz 82 t/m 84
2 Klaar? Doorwerken t/m 10
3 laatste 5 minuten quiz
4 Thuis H3.3 nakijken  

- (Volgende les beginnen met 9 t/m 10 + herhalen voor de toets)
5

Slide 19 - Slide

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Geldsoort buiten de eurozone

Slide 20 - Quiz

Wat is beleggen?
A
Je steekt dan je geld in iets waarvan je verwacht dat het meer oplevert dan sparen
B
Je steekt dan je geld in iets waarvan je verwacht dat het niets oplevert dan sparen
C
Je zet je geld op een spaarrekening
D
Je stopt je geld in een spaarpot

Slide 21 - Quiz

De geldsoort van een ander land noem je …(1)… . 
De landen in de …(2)… hebben de euro als wettig betaalmiddel. 
De …(3)… geeft aan hoeveel vreemd geld je betaalt of ontvangt voor één euro.
1
2
3
EU
eurozone
Vreemde valuta
Wisselkoers

Slide 22 - Drag question

De wisselkoers van 1 euro is
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?
A
$384
B
$231
C
$234
D
$390

Slide 23 - Quiz


Tess leent €1500 en kiest voor een looptijd van twee jaar. 
Bereken de kredietkosten. 
A
€71
B
€204
C
€1500
D
€1704

Slide 24 - Quiz