Hoofdstuk 4 Monniken en Ridders herhalen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Monniken en ridders

- Herhalen hoofdstuk 4.

- 4 Delen

- Karel de grote en Feodalisme

- Hofstelsel

- Monniken en missionarissen.

- De islam

Karel de grote

- Karel de Grote

- Feodalisme

- Bestuurlijke indeling van de samenleving

Clovis werkte nauw samen met de katholieke kerk omdat...

1. Hij kon de leiders van de kerk gebruiken voor het bestuur
2. De kerk in Rome had een groot leger
3. De meeste Franken waren christelijk
4. De Paus wilde hem kronen als keizer

Met welk systeem bestuurd Karel de grote zijn rijk?

1. Gangenstelsel
2. Leenstelsel
3. Hofstelsel
4. Drieslagstelsel

De Paus kroonde Karel de Grote in 800 tot keizer omdat...

1. Karel had alle Franken onder zich verenigd
2. Karel had de moslims uit Spanje verdreven
3. Karel had grote gebieden aan de Paus geschonken
4. Karel kwam de Paus te hulp toen hij uit Rome was verdreven

Welke twee opties zijn juist?

1. Door het leenstelsel kon de koning snel een sterk leger op de been brengen
2. Leenmannen moesten trouw beloven in ruil voor grond
3. De koning beloonde zijn trouwe volgelingen met geld
4. De leenheer hielp de leenman bij het bestuur

Welke bewering over ridders is juist?

1. Ridders hoefden geen trouw te beloven aan de koning
2. Ridders kregen de grond van de koning in eigendom
3. Ridders kregen hun uitrusting van de koning
4. Ridders waren leenmannen of achterleenmannen

Leenstelsel

Beantwoord de volgende 3 vragen:

- Welke persoon zit in vakje A

- Welke personen on vakje B

- Welke personen in vakje C

Beantwoord de vragen van de vorige dia.

Heb je nog vragen over Karel de Grote en het leenstelsel?

Hofstelsel

- Domein.

- Economische indeling samenleving.

De baas van een domein is een?

1. Hofmeier
2. Leenman
3. Koning
4. Heer

Boeren die werken op het domein worden ook wel ... genoemd

1. vazallen
2. Slaven
3. Soldaten
4. Horigen

Waarom gingen boeren wonen op het land van de leenheer

1. Het was niet meer veilig
2. De opbrengst van de oogst werd groter
3. Het land was goedkoper
4. Dat was een gunstige handelsplaats

Het domein was zelfvoorzienend, wat betekent dat?

beantwoord de vragen van de vorige dia. 1=, 2= etc.

Heb je nog vragen over het hofstelsel

Monniken en missionarissen

- Christendom

- Verspreiding van het geloof.

Welk volk leefde in de middeleeuwen in Nederland

1. Friezen
2. Franken
3. Saksen
4. Hunnen

Waar geloofde dit volk in?

1. Christendom
2. Islam
3. Natuurgodsdienst
4. Nergens in

Welk volk geloofde wel in het christendom?

1. Friezen
2. Franken
3. Saksen
4. Hunnen

In een klooster woont een

1. Monnik
2. Paus
3. Dominee
4. Bisschop

Het christelijk maken van iemand/een groep noem je

1. Omtoveren
2. Bekeren
3. Hemelvaart
4. Pinksteren

Mensen die een groep als de Friezen probeerden te bekeren waren

1. Missionarissen
2. Monniken
3. Pausen
4. Germanen

De mensen in de middeleeuwen leefden in standen. vul in A= B= en C= voor welke groep het gaat

Heb je nog vragen over het christendom in de Vroege Middeleeuwen

De Islam

Nieuw geloof

Welke profeet is het belangrijkste in de islam?

1. Mozes
2. Jezus
3. Mohammed
4. Abraham

Waar is de islam ontstaan?

1. Afrika
2. Iran
3. Arabisch schiereiland
4. Europa

Waar geloofde men op het Arabisch schiereiland eerst in...?

1. Christendom
2. Jodendom
3. Polytheisme
4. Monotheisme

Mohammed vertrok uit Mekka want?

1. Hij had onbetaalde schulden
2. In Mekka was het te warm
3. Men wilde zijn verhalen niet accepteren
4. Mekka had een grote christelijke gemeenschap

Hoe kon het geloof na de dood van Mohammed zich snel verspreiden

1. De tegenstanders waren verzwakt oorlog en ziekte
2. De Arabieren waren snelle ruiters.
3. De Arabieren waren tolerant tov veroverde volken
4. Soldaten die meededen verdienden veel geld

Heb je nog vragen over de verspreiding van de Islam?

Kennen en kunnen

Waar denk je dat je het meest tijd aan moet besteden? 

Wat snap je het beste? 

Opdracht --> bedenk voor elke paragraaf een vraag die je nog wil stellen?