3.4 Strijden of sporten

3.4 Strijden of sporten
1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Strijden of sporten

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen? 

  • Herhaling van voor de vakantie -> Perzische oorlogen
  • Peloponnesische oorlogen bespreken
  • check!

Slide 2 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les kun je:
  • De  Perzische oorlogen nog een keer uitleggen
  • De oorzaak van de Peloponnesische oorlog uitleggen
  • uitleggen wat het verschil is tussen Sparta en Athene

Slide 3 - Slide

Monarchie, Democratie, Oligarchie of Aristocratie?
De leerlingen van de eerste klas beslissen samen welke huiswerk opdrachten ze maken. De meerderheid beslist.
A
Monarchie
B
Democratie
C
Oligarchie
D
Aristocratie

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
Alle burgers van Athene mochten stemmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waarom stichtten de Grieken Kolonies?

Slide 6 - Open question

Wat is de oorzaak van de Perzische oorlog?

Slide 7 - Open question

De Perzische oorlogen zijn de oorlogen die de Grieken in Perzië voerden.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Naast Athene speelde Sparta ook een rol in de strijd tegen de Perzen.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Door de kolonisatie van de Grieken vielen de Perzen Griekenland aan.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

De eenheid onder de Grieken bleek tijdens de Perzische Oorlogen uit de samenwerking van veel poleis met Athene en Sparta.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Leg uit waarom kolonisatie nodig was voor de Griekse stadstaten.

Slide 12 - Open question

Perzië
  • Perzen veroveren in de 6de eeuw v. C. de Griekse kolonies in Turkije
  • 499 v.C.: poleis komen in opstand tegen de Perzische overheersing -> steun Athene
  • Slag bij Marathon Atheens leger verslaat koning Darius
  • 480 v.C.: nieuwe Perzische poging Griekenland te veroveren, mislukt door Thermopylae
  • Gevolg: Perzische vloot en landleger verslagen bij Salamis

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Peloponnesische oorlog
431 v.C - 404 v.C

Slide 15 - Slide

Peloponnesische Oorlogen (432-404 v.Chr.)


  • Na de Perzische oorlogen kwamen de 2 machtigste poleis tegenover elkaar te staan: Athene vs. Sparta. 
  • Te grote verschillen (Sparta sterk op land, Athene op zee)

Bondgenootschappen:
  • Delische Bond :Athene
  • Peloponnesische Bond : Sparta

Slide 16 - Slide

ATHENE
SPARTA
Democratie
Oligarchie
Akropolis
Zeemacht
Landmacht
Open vlakte
Handelaars
Beroepssoldaten

Slide 17 - Drag question

De Peloponnesische Oorlog I
  • duurde van 431 vChr. tot 404 v Chr. 
  • Na de overwinning op Perzië wordt Athene rijk en machtig.
  • Buitenlandse politiek > Athene gaat zich bemoeien met andere poleis.
  • Athene geeft militaire steun aan kleine poleis, wil wel gehoorzaamheid

Slide 18 - Slide

De Peloponnesische Oorlog II
Directe aanleiding: 
  • Handelsverbod op Megara -> Sparta keert zich tegen Athene 
  • Oorlog tussen Athene en Sparta (en hun bondgenoten):
De Peloponnesische Oorlog.

duurt 30 jaar


Slide 19 - Slide

gevolgen Peloponnesische Oorlogen 

  • Sparta wint - maar als gevolg van de oorlog zijn beide staten verzwakt. 
  • Athene moet stadsmuren afbreken
  • Athene moet democratie afschaffen

  • Griekenland is een makkelijke prooi voor de koning Philippus van Macedonië. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

  • Griekse koning en goede legerleider die veel gebieden veroverde.

  • Streefde naar eenheid in zijn rijk.

  • Hij verspreidde de Griekse cultuur (Hellenisme).
Alexander de Grote

(336-323 v. Chr.)

Slide 22 - Slide

Dankzij de falanx met langere lanzen, een sterke cavalerie (paarden) en flexibele hoplieten (voetsoldaten) liep Alexander zijn tegenstanders onder de voet
Militaire overwinningen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Olympische Spelen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Olympia

Slide 28 - Slide

tempel van Zeus
omgevallen zuilen

Slide 29 - Slide

weinig overeind
Zanes

Slide 30 - Slide

tunnel naar het stadion
het stadion

Slide 31 - Slide

ingang stadion
hardloopwedstrijd

Slide 32 - Slide

De Olympische Spelen
  • Eens in de vier jaar was er een sportevenement in Olympia.
  • Begin Griekse jaartelling
  • Er werd dan geen oorlog gevoerd.
  • Hier lieten ze aan elkaar en de goden zien hoe goed ze waren.
  • Meedoen was een eer en winnaars waren helden.
  • Alleen eerste plaats telde
  • alleen mannen toegelaten
  • sporten: atletiek, boksen, pankration

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Voor welke god waren de Olympische Spelen bedoeld?
A
Apollo
B
Athena
C
Zeus
D
Poseidon

Slide 35 - Quiz

Wat klopt niet over de Olympische Spelen?
A
hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
B
boksen was een populaire sport
C
De winnaars wonnen een gouden medaille
D
De eerste waren 776 v C

Slide 36 - Quiz

De eerste Olympische Spelen
waren er in?
A
779 voor Chr.
B
798 voor Chr.
C
776 voor Chr.
D
769 voor Chr.

Slide 37 - Quiz

Twee uitspraken over de Olympische Spelen:

I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.

Slide 38 - Quiz

Olympische spelen, wat is fout
A
Discuswerpen werd naakt gedaan.
B
De prijs was een krans
C
Waren om de 5 jaar
D
Daar was kogelstoten een populair onderdeel

Slide 39 - Quiz

Deze opdracht gaat over de Olympische Spelen.

Welke bewering over de Olympische spelen is juist?
A
De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
B
Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
C
Alle inwoners van stadstaten mochten meedoen aan de Olympische Spelen, óók vrouwen.
D
Geen van de genoemde beweringen is juist.

Slide 40 - Quiz

De olympische spelen zijn opgericht door de..?
A
Grieken
B
Romeinen

Slide 41 - Quiz

Wie mochten er mee doen aan de Olympische spelen?
A
Alle inwoners van Griekenland
B
Alleen vrije Griekse mannen
C
Alleen slaven
D
Vrije mannen en vrouwen

Slide 42 - Quiz

Tijdens de Olympische Spelen werd er
A
vrede getekend
B
een wapenstilstand gehouden
C
Gestreden ter ere van de goden

Slide 43 - Quiz

Waarom waren de Olympische Spelen zo belangrijk?
A
Het was het grootste dansfeest van het jaar
B
De Grieken dachten dat ze de goden er mee blij stemden
C
Het zorgde voor een betere oogst
D
Er waren grote prijzen te winnen

Slide 44 - Quiz

Wat was geen onderdeel van de Olympische spelen?
A
hardlopen
B
hoogspringen
C
paardenrennen
D
verspringen

Slide 45 - Quiz

Wie mogen meedoen aan de Olympische Spelen van nu.
A
Iedereen behalve vrouwen
B
Iedereen die super goed is in een sport en de voorrondes haalt
C
Alleen mensen met veel geld
D
Iedereen, als je maar inschrijft

Slide 46 - Quiz

Wat is de oorzaak van de Peloponnesische oorlog?

Slide 47 - Open question

Welk begrip hoort bij de verspreiding van de Griekse cultuur?
A
Democratie
B
Hellenisme
C
Tempel
D
Ionische stijl

Slide 48 - Quiz