This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Onderzoek 2v - les 2 (25-09-23)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoe goed klopt je antwoord na het luisteren van oefening 21 (dialoog 2)? Aantal goede zinnen...
0 zinnen goed
1 zin goed
2 zinnen goed
3 zinnen goed
Slide 7 - Poll
Hoe zeg je in het Frans...
1- waar stappen we uit?
2- je moet met een pinpas betalen?
Slide 8 - Mind map
Hoe zeg je in het Frans... 'welke lijn moeten we nemen?'
Slide 9 - Open question
Welk woord past hier niet bij?
A
la carte bancaire
B
le distributeur automatique
C
le carrefour
D
la carte Navigo
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Is het voor jou duidelijk geworden tijdens het luisteren waar de personen over vertellen?
ja, maar heel weinig
helemaal niet
ja, de groote lijnen
ik twijfel of ik het goed heb begrepen
ja, ik zou zelfs een paar details kunnen noemen over wat er gezegd werd
Slide 12 - Poll
Waarover vertelde Delphine net?
A
cuisiner
B
manger
C
travailler
D
voyager
Slide 13 - Quiz
Wat vindt zij interessant bij dit onderwerp? Geef woorden aan die je hebt begrepen (in het Frans/Nederlands)
Slide 14 - Mind map
Waarover vertelde het klein meisje net?
A
école
B
cadeaux
C
vacances
D
hobby
Slide 15 - Quiz
Met welk vervoermiddel gaat ze meestal met vakantie?
A
en bus
B
en avion
C
en voiture
D
en train
Slide 16 - Quiz
Waar verblijf ze daar?
A
maison
B
hôtel
C
appartement
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Bij welk antwoord staat een volle zin?.... Tu pars en vacances?
A
non, pas en vacances.
B
oui, en vacances.
C
oui, je pars en vacances.
D
oui, à Ibiza.
Slide 19 - Quiz
Hoe antwoord je deze vraag met een volle zin? .. Tu as un ticket? Oui, .....
Slide 20 - Open question
Wat is correct?
Vous avez une carte bancaire? Oui, .........
A
elle a une carte bancaire
B
on a une carte bancaire
C
nous avons une carte bancaire
D
j'ai une carte bancaire
Slide 21 - Quiz
Hoe spreek je in het Frans iemand aan die je niet kent/die ouder is dan jou?
A
tu
B
vous
C
on
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Standard woorden/uitdruikkingen/zinnen
hulp vragen -->
iets beleefd vragen -->
iets moeten -->
ergens naartoe willen (beleefd) -->
bedanken -->
reageren op bedankt -->
vous pouvez m'aider?
s'il vous plait?
je dois, tu dois, vous devez + hele werkwoord bv payer (ik moet betalen/ il faut payer (+ hele werkwoord)
je voudrais aller / je prends le RER pour .....
merci, c'est très gentil
de rien! c'est avec plaisir!
Slide 25 - Slide
Wat zeg je als je iets niet begrijpt tijdens een gesprek?
Bedenk in het Nederlands een paar uitdrukkingen
Slide 26 - Mind map
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Hoeveel vragen heb je zelf in het Frans goed kunnen stellen (op basis van de gegevens in het Nederlands + geleerde zinnen uit Appr. 6 + 7 + standard zinnen)?
geen
1-2 vragen
meer dan 2 vragen
Slide 29 - Poll
Hoeveel vragen heb je begrepen en op de juiste manier kunnen beantwoorden tijdens het gesprek (op basis van de gegevens in het Nederlands + met een hele zin + juiste vorm van het werkwoord)?
geen
1-2 vragen
meer dan 2 vragen
Slide 30 - Poll
Hoe vaak heb je gebruik gemaakt van gespreksstrategieën om het gesprek op gang te houden?