Tekststructuren H1 - Probleem/oplossing, Vraag-antwoord, verleden/heden H3

Wat gaan we doen?
Pak je leesboek en start met lezen. 

Uitleg vaste tekststructuren 2

Aan de slag met opdr. 1 (pp. 47-49)


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Pak je leesboek en start met lezen. 

Uitleg vaste tekststructuren 2

Aan de slag met opdr. 1 (pp. 47-49)


Slide 1 - Slide

Doel van de les 
Je kent drie nieuwe, verschillende tekststructuren.
1. probleem-oplossingsstructuur
2. verleden-heden(-toekomst) structuur
3. vraag-antwoordstructuur

Je kunt deze herkennen in verschillende teksten. 

Slide 2 - Slide

Uit welke drie delen bestaat een tekst (of presentatie) meestal?

Slide 3 - Mind map

Wat kan het doel zijn van de schrijver van een tekst?

Slide 4 - Mind map

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 5 - Mind map

Tekststructuren
Probleem-oplossingsstructuur
Verleden-heden-toekomststructuur
Vraag-antwoordstructuur

Slide 6 - Slide

Welke tekststructuur herken je?
probleem-oplossingsstructuur
vraag-antwoordstructuur
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 7 - Slide

Welke tekststructuur herken je?
probleem-oplossingsstructuur
vraag-antwoordstructuur
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 8 - Slide

Welke tekststructuur herken je?
probleem-oplossingsstructuur
vraag-antwoordstructuur
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 9 - Slide

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 10 - Quiz

In een probleem/oplossingsstructuur staat in het slot beschreven de beste....

Slide 11 - Open question

In een verleden/hedenstructuur staat in het middenstuk beschreven over de situatie van...

Slide 12 - Open question

Ik kan nu drie tekststructuren benoemen en vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Aan de slag 
Zoek van alle drie de tekststructuren (blz 12/13 lesboek) een voorbeeld in je tijdschrift/krant. Plak deze op je vel papier. 

Geef bij elke tekst aan:
Welke tekststructuur?
Wat is de inleiding / de kern / het slot? ( met kleurtjes)
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat is de bron?
 

timer
15:00

Slide 14 - Slide

Bespreken

Slide 15 - Slide

Nog even checken

Terug naar de LessonUp

Slide 16 - Slide