Grammar time: to be, present continous

Grammar time!!!
To Be
Present Continuous

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammar time!!!
To Be
Present Continuous

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je To Be moet vervoegen in de tegenwoordige tijd
  2. Je weet hoe je de present Continuous moet maken
  3. Je weet het verschil tussen de lidwoorden a en an


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Slide

Present Simple - to be
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 3 - Slide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
present 

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 6 - Quiz

To be: They
A
is
B
are
C
am

Slide 7 - Quiz

To be:
I...
A
are
B
am
C
is

Slide 8 - Quiz

Ik begrijp de grammatica van To Be
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

present continuous
  • De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.
  • Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
  •    nu bezig of                        
  •    nu aan de gang zijn

Slide 12 - Slide

Present continuous
onderwerp +
Vorm van to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.
maak opdracht 10 op bladzijde 15 en 16

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 15 - Quiz

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 16 - Quiz

Choose the Present Continuous.

We ___ to the pub right now.
A
go
B
are going
C
are go
D
going

Slide 17 - Quiz

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 18 - Quiz

Ik begrijp de grammatica van de Present Continuous
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Get to work!
Do ex. 18 & 19 (online, Lesson 2 writing)
Reading ex 10, 11 (book page 19)
ex 16, 17 (online, Lesson 2 writing)
ex 22 (use Phrases Writing page 169)



Slide 20 - Slide