25-10-2023 recap grammar

Chapter 2; Health
Leerdoel:
ik weet hoe ik in het Engels bezit aan kan geven.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapter 2; Health
Leerdoel:
ik weet hoe ik in het Engels bezit aan kan geven.

Slide 1 - Slide

Theme 2; Health
Programme:
Did you do/learn your homework? 
- recap grammar past continuous versus past simple
- recap possessives
- stone 5

Slide 2 - Slide

Translate in your notebook.
Hoe gaat het met je?
Ik voel me veel beter nu, dank je.
Voel je je wat beter?
Ik heb de griep sinds gisteren.
Ze heeft een verschrikkelijke hoofdpijn.

Slide 3 - Slide

did you do your homework?
check exercise 23!

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de past continuous?

Slide 5 - Open question

Waarvoor gebruik je de past continuous?

Slide 6 - Open question

Past simple or Past continuous?

She played the piano.
timer
0:30
A
Past continuous
B
Past Simple

Slide 7 - Quiz

Past simple or Past Continuous:
He .... , while he .... the walls
A
fell, was painting
B
was falling, painted
C
falls, paints
D
fell, painted

Slide 8 - Quiz

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 9 - Quiz

Past Simple or Past Continuous?
I ........... in the park when in started to rain.
A
Walked
B
Was walking

Slide 10 - Quiz

Past Simple or Past Continuous:
Fill in the correct form.

I _____ (see) my neighbour yesterday.
A
saw
B
was seeing

Slide 11 - Quiz

Choose between Past Simple or Past Continuous.
Two years ago, we ______ (go) to Spain.
A
went
B
were going

Slide 12 - Quiz

Fill in the correct form of the past continuous or the past simple:
While mother .... [to hang] up the clothes, her sons ... [to wash] the dishes.
A
hung, were washing
B
was hanging, were washing
C
was hanging, washed
D
hung, washed

Slide 13 - Quiz

's - ' - .... of ....
Write down the correct possessives:
1. brother / watch  
2. table / legs
3. Mr Jones / car
4. women / clothing
5. trees / leaves
6. dog / tail
7. printer / ink



Slide 14 - Slide

's - ' - .... of ....
Write down the correct possessives:
1. brother / watch  - my brother's watch
2. table / legs  - the legs of the table
3. Mr Jones / car  - Mr Jones's car
4. women / clothing - women's clothing
5. trees / leaves - the leaves of the trees
6. dog / tail - the dog's tail
7. boys / teachers - the boys' teachers



Slide 15 - Slide

Chapter 2; Health
Possessives; 
- geven aan wat van wie is.

Je gebruikt 's als: als de eigenaar 1 mens of dier is en als in het meervoud het woord niet eindigt op een 's'
Je gebruikt alleen een ' als: als de eigenaren 2 of meer mensen of dieren zijn en het meervoud eindigt op een 's'
Je gebruikt   ... of ... als: als de eigenaar / eigenaren een ding is


Slide 16 - Slide

Theme words; page 98
Go to the theme words on page 98 and read along.

Now do exercise 24.

Now look at stone 5, and read along.


Slide 17 - Slide

Homework
- Leer stones 1, 2 en 3 (NE-EN)
- Leer oww 1 t/m 40
- Leer grammar 1 en 2
- Leer je aantekeningen over de possessives
- Maak de opdrachten op het stencil af

Slide 18 - Slide