Lente

Lente
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieISK

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lente

Slide 1 - Slide

Lente

Slide 2 - Mind map

 Lente!

Slide 3 - Slide

LENTE

Slide 4 - Slide

Lente

Slide 5 - Slide

lente
In de lente gaan ook de bloemen weer bloeien.

Slide 6 - Slide

Het Engelse woord voor lente?
A
spring
B
summer
C
autumn
D
winter

Slide 7 - Quiz

lente = het eerste seizoen van het jaar
de lente

Slide 8 - Slide

Lente
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Wanneer begint de lente?
A
1 maart
B
1 april
C
21 maart
D
22 maart

Slide 10 - Quiz

Welke seizoenen ken je?

Slide 11 - Open question

De lente maanden
Maart 
April
mei 
Juni

Slide 12 - Slide

Lente?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Dan komt de lente met de zon.

Vogels bouwen hun nest en leggen een ei.

Er worden jonge dieren geboren.


.


Slide 14 - Slide

Wat is je favoriete seizoen ?
lente
herfst
zomer
winter

Slide 15 - Poll

Hooikoorts
Allergie voor pollen.
Checken wanneer er veel pollen in de lucht zitten kan met het hooikoortsweerbericht


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat is hooikoorts?
A
Een allergie voor huisstofmijt
B
Een allergie voor planten
C
Een allergie voor stuifmeel van planten
D
Een allergie voor huisdieren

Slide 18 - Quiz

de of het?

..... lente
A
de
B
het

Slide 19 - Quiz

Dit zijn de wortels. Die zorgen ervoor dat de bloem water kan drinken uit de grond zodat ze bloem kan groeien. 
Dit is de bol. Hieruit groeien de plant en de bloem. In de bol zit eten die de bloem nodig heeft om te groeien. Zo ziet dat eruit:
Dit is de stengel. Hier zitten de bladeren en de bloem aan. De stengel zorgt ervoor dat het water door heel de plant kan gaan. 
Dit zijn de bladeren. Die zitten aan de stengel vast en zorgen ervoor dat het zonlicht in de plant kan komen.
Dit is de zon. Die zorgt ervoor dat de planten kunnen groeien. Planten en bloemen hebben namelijk zonlicht nodig om te kunnen groeien. 
Dit is de bloem. Die zorgt ervoor dat de plant kan voortplanten. Dat betekent dat het stuifmeel door de wind of door bijen wordt verplaatst naar andere bloemen en zo ontstaan er weer nieuwe bloemen. 

Slide 20 - Slide

Vrucht = hierin zitten de zaden.

Zaden = ontstaan bij planten na de bevruchting. Hier kan een nieuwe plant uit groeien.

Slide 21 - Slide

De bouw van wortels
Bloem, blad, stengel en wortel.
De wortel = De wortels (hoofdwortel, zij-wortel en haarwortel) groeien in de grond.

Het wortelstelsel = alle wortels samen.

Slide 22 - Slide