Lektion 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2TL

Woche 06 - Lektion 1

Mittwoch, den 10. Februar 2021

Das Programm (=het programma)

1. der Rückblick (=de terugblik)

2. die Lernziele (=de lesdoelen)

3. Wiederholung Kapitel 5

4. der Abschluss (=de afsluiting)

der Rückblick (=de terugblik)

- Letzte Woche habt ihr die folgenden Aufgaben erledigen müssen:

1. Lesen: die Aufgaben 43 & 44 

2. Zum Schluss (oefentoets)

3. Wiederholung (WHA 5)

- Habt ihr noch Fragen zu den obenstehenden Punkten?

die Lernziele (=de lesdoelen)

- Aan het einde van de les ken ik de betekenis van de woorden ein en kein

- Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen ein / eine en kein / keine en kan ik dit toepassen.

- Aan het einde van de les ken ik de woorden van de Lernliste NL-DE & de Lernliste DE-NL

- Aan het einde van de les ken ik de zinnen van de Sprachmittel

Wiederholung Kapitel 5

- Wat?: we gaan de stof van hoofdstuk 5 herhalen

- Hoe?: door de volgende quizvragen over de stof te maken

- Hulp?: de docent, je kunt vragen stellen in de chat of je microfoon aan doen 

- Tijd?: tot aan de afsluiting 

- Uitkomst?: degene die de meeste antwoorden goed heeft wint

- Klaar?: wacht dan even totdat de docent aan de afsluiting begint

Vertaal: de koffie

Vertaal: Eet smakelijk!

Vertaal: smaken

Vertaal: de rekening

Vertaal: de patat, friet

Vertaal: de lepels

Vertaal: heet

im Durchschnitt

also

der Kühlschrank

damit

die Ausbildung

der Schinken

gerade 

dus

de koelkast

de opleiding

de ham

zodat

gemiddeld

op dit moment

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (een) Mädchen

1. eine
2. ein
3. keine
4. kein

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (geen) Bücher

1. eine
2. ein
3. kein
4. keine

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (een) Kellner

1. keine
2. eine
3. ein
4. kein

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung

--> (een) Gabel

1. ein
2. eine
3. keine
4. kein

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (geen) Handys

1. keine
2. kein
3. eine
4. ein

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (een) Lehrerin

1. ein
2. keine
3. kein
4. eine

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

--> (geen) Kartoffeln

1. kein
2. keine
3. ein
4. eine

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

Meine Nachbarin hat (een) Baby bekommen. Es ist (ein) Jungen und (geen) Mädchen

1. eine/eine/kein
2. ein/kein/keine
3. kein/ein/keine
4. ein/ein/kein

Ein/eine oder kein/keine? Ergänze (vul aan) die richtige Endung.

(een) Lehrerin hat für mich (een) Geschenk gekauft, weil ich (geen) Fehler (mv) gemacht habe.

1. ein/keine/keine
2. eine/eine/kein
3. eine/ein/keine
4. ein/kein/keine

Übersetze: wat vind je lekker?

Übersetze: ik wil graag patat met cola

Übersetze: ik eet graag pasta

Übersetze: Ik neem aardappels zonder groente

Welke onderdelen beheers ik nog niet goed genoeg en moet ik dus herhalen voor het PW?

Ik moet alleen nog de Lernliste herhalen

Ik moet alleen nog de Grammatik herhalen

Ik moet alleen nog de Sprachmittel herhalen

Ik moet alles nog herhalen

Ik moet 2+ onderdelen herhalen

der Abschluss (=de afsluiting)

- die Lernziele -->

- die Hausaufgaben sind:

Lernen für die Klausur           

                                     

- Aan het einde van de les ken ik de betekenis van de woorden ein en kein

- Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen ein / eine en kein / keine en kan ik dit toepassen.

- Aan het einde van de les ken ik de woorden van de Lernliste NL-DE & de Lernliste DE-NL

- Aan het einde van de les ken ik de zinnen van de Sprachmittel