Kengetallen omloopsnelheden en financiële verhoudingen

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Kengetallen omloopsnelheden en financiële verhoudingen

Aan het einde van de les kun je...

De omloopsnelheid van voorraad, debiteuren en crediteuren berekenen.

De financiële kengetallen liquiditeit, solvabiliteit en quick -en current ratio berekenen.

Wat weet je al over financiële verhoudingen en omloopsnelheden in een bedrijf?

Berekening van de omloopsnelheid van voorraad

Het aantal dagen dat voorraad gemiddeld in het bedrijf aanwezig is voordat het wordt verkocht.

Berekening van de omloopsnelheid van debiteuren

Het gemiddeld aantal dagen dat een rekening van een klant openstaat.

Berekening van de omloopsnelheid van crediteuren

Het gemiddeld aantal dagen dat een rekening bij een leverancier openstaat voordat deze wordt betaald.

Liquiditeitsanalyse met de current ratio en quick ratio

Een kengetal dat de verhouding weergeeft tussen vlottende activa en kort vreemd vermogen.

Solvabiliteitsbeoordeling met de debt ratio

Een kengetal dat de verhouding weergeeft tussen vreemd vermogen en totaal vermogen.

Het berekenen van percentages voor eigen vermogen

Het totale vermogen van een bedrijf minus alle schulden en verplichtingen.

Waarom gebruikt een bedrijf kengetallen?

1. om te voldoen aan de wettelijk verplicht
2. voor het inzicht van de medewerkers in hun bedrijf
3. Om inzicht te krijgen in de financiën van de onderneming
4. voor het inzicht van de bank van het bedrijf

Hoe bereken je het Eigen Vermogen

1. Bezit - schuld
2. Gemiddeld eigen vermogen
3. Totaal vermogen - schuld
4. schuld + totaal vermogen

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Opdracht herhaling BE

Maak de 8 opdrachten Casus week 3 bedrijfseconomie op It's learning.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.