10.1 Koude Oorlog deel 2

Koude oorlog deel 2
A5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Koude oorlog deel 2
A5

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Terugblikvragen (15 min.) 
  2. Video Duitsland in de Koude Oorlog (20 min.)
  3. Opdracht BRD vs. DDR (rest van de les)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de ideologische verschillen tussen het oostblok en het westblok beschrijven 
  • Je kunt uitleggen hoe na 1945 de Oost-Europese landen satelietstaten van de Sovjet-Unie werden en dat dit een oorzaak van de Koude Oorlog was. 
  • Je kunt met voorbeelden toelichten hoe verschillende gebeurtenissen in de periode 1947-49 de spanningen tussen het Westblok en Oostblok vergrootten 
KA's: 
37. De rol van moderne propagandamiddelen en vormen van massaorganisatie 
38. Het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën: communisme 
46. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog


Slide 3 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Om jullie kennis weer op te frissen, gaan jullie een aantal vragen beantwoorden. 
  1. Ga naar de lessonup 10.1 Koude Oorlog deel 2
  2. Maak de meerkeuzevragen. 
  3. Check op de pagina na de meerkeuzevragen welke van de begrippen je nog niet beheerst. Noteer deze

Slide 4 - Slide

1
2
3
4
5
Barbarossa
Communi
-stische
Revolutie

Postdam 
Stalin aan de macht 
Jalta

Slide 5 - Drag question

Winst maken
Privatisering
Truman
doctrine
Satalietstaten
Breznevdoctrine
NAVO
Collectivisering
Marshalhulp
Communisme 
Kapitalisme
SU
Gelijkheid
Warsawplan
Amerika

Slide 6 - Drag question

Welke belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis zie je op de afbeelding?
A
Het einde van de Koude Oorlog
B
Conferentie van Potsdam
C
Conferentie van Jalta
D
Het begin van de Koude Oorlog

Slide 7 - Quiz

Waarom wordt de Koude Oorlog de Koude Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Een oorlog waarin weinig directe actie wordt ondernomen.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 8 - Quiz

We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
het aftreden van Churchill (aug 1945)

Slide 9 - Quiz

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Weltpolitik
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
Bouw van de Berlijnse Muur

Slide 10 - Quiz

Welk land was democratisch gedurende de Koude Oorlog?
A
Duitse Democratische Republiek
B
Bondsrepubliek Duitsland
C
USSR
D
Roemenië

Slide 11 - Quiz

Dit is de kaart van Europa ....
A
Voor de Koude Oorlog
B
Tijdens de Koude Oorlog
C
Na de Koude Oorlog

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het begrip 'Vazalstaten'?
A
Satellietstaten
B
BRD
C
SU
D
Volksdemocratie

Slide 13 - Quiz

Welke begrippen horen bij de SU?
A
Vrijheid, totalitair, planeconomie, individu
B
Gelijkheid, totalitair, klasseloze samenleving, individu
C
Gelijkheid, totalitair, planeconomie, klasseloze samenleving
D
Vrijheid, klasseloze samenleving, planeconomie, parlement

Slide 14 - Quiz

Welke begrippen horen bij de VS?
A
Vrijheid, Democratie, Kapitalisme, Trumandoctrine
B
Gelijkheid, totalitair, klasseloze samenleving, individu
C
Gelijkheid, totalitair, planeconomie, klasseloze samenleving
D
Vrijheid, klasseloze samenleving, planeconomie, parlement

Slide 15 - Quiz

Wat was GEEN gevolg van het Marshallplan?


A
De armoede in West-Europa werd verminderd.
B
Het economisch herstel in Oost-Europa verliep voorspoedig.
C
De populariteit van het communisme in West-Europa werd afgeremd.
D
In het zich herstellende West-Europa werden meer Amerikaanse producten gekocht.

Slide 16 - Quiz

Waarom verbood Stalin de Marshallhulp in Oost-Europa?
A
Hij verbood het helemaal niet
B
Hij was bang voor communistische invloed
C
Hij had een eigen hulpplan
D
Hij was bang voor kapitalistische invloed

Slide 17 - Quiz

Kapitalisme
  • Economische systeem met als doel winst maken, gebaseerd op privé bezit en investeringen
  • Amerika als belangrijkste speler
  • Verenigd in de NAVO: Militaire verdedigingsorganisatie tegen het communisme.
Belangrijke begrippen: 
  1. Dominotheorie: Het idee dat als een land valt voor het communisme, vele landen zullen volgen 
  2. Trumandoctrine: Het idee dat ten alle tijden moet voorkomen worden dat een land communistische wordt  (komt voort uit de dominotheorie)
  3. Marshalplan: financieel hulpplan door Amerika voor Europa, zodat Europese landen economische konden herstellen en niet zouden vallen voor het communisme 

Slide 18 - Slide

Communisme
  • Een  samenleving waar privé-bezit niet bestaat, omdat het ultieme doel is dat iedereen gelijk is aan elkaar
  • Geleid door SU en later ook door China (vanaf 1949)
  • Warshawpact: SU + landen uit Oost-Europa 
Belangrijke Begrippen: 
  1. Breznevdoctrine: Als 1 land het communisme verlaat, is dat een gevaar voor alle communistische landen. (tegenhanger Trumandoctrine)
  2. Satellietstaten: Een land dat officieel onafhankelijk is, maar dat eigenlijk wordt gedomineerd door een ander land 

Slide 19 - Slide

Begrippen check

Koude Oorlog 
Ijzeren Gordijn 
Blokvorming 
Satellietstaten 
Marshalplan 
NAVO
Warshawpact 
Trumandoctrine 
Invloedssfeer 
Dominotheorie

Slide 20 - Slide

Duitsland raakt gescheiden
  • Geallieerden hadden in Jalta en Postdam afgesproken om alle delen van Duitsland democratisch te houden
  • Stalin verbrak deze afspraak: 
  1. Richtte nieuwe politieke partij op SED: Behaalde meerderheid (fraude?)
  2. Democratie wordt afschaft, geheime politie actief, Oost-Duitsland kaalgeplukt: wordt totalitaire dictatuur.  Oost-Duitsland gaat wel Duitse Democratische Republiek heten (DDR)  

Slide 21 - Slide

Duitsland raakt gescheiden
  • In andere Oost-Europese landen in de invloedssfeer van SU gebeurt hetzelfde
  • Westelijke zones worden bij elkaar gevoegd, Duitsers worden betrokken, blijven een democratie, richten nieuwe Duitse munt op (Deutsche Mark) = BRD
  • Westelijke zone herstelt snel: Wirtschafswunder. Daardoor willen veel mensen uit Oost-Duitsland naar West-Duitsland 

Slide 22 - Slide

Opdracht (20 min.)
  1. Er liggen een aantal vragen voor jullie over Duitsland tijdens de Koude Oorlog. 
  2. Zometeen ga je een video zien. Probeer de vragen en het eerdere vergelijkingsschema met behulp van de video te beantwoorden. 
  3. De vragen die je niet met de video kunt beantwoorden, moet je daarna met behulp van het internet

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video