8 De jongens gaan leren voor economie. (N)
4 Luke weet het antwoord op een vraag. (U)
7 Luke kijkt hoeveel beltegoed hij heeft. (O)
2 Brad vertelt over een nieuwe app. (O)
3 Luke downloadt de Funny Money app. (L)
5 De jongens hebben hulp nodig bij een aantal vragen. (T)
1 Luke heeft net zijn huiswerk af. (S)
6 De jongens bellen 04333. (I)
Het woord is solution.
Dit betekent oplossing.