Botten bewegen

1 / 10
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waarvoor dient het skelet
1. Stevigheid (anders ben je net een pudding!)
2. Vorm (bv. de vorm van je schedel bepaald de vorm van je hoofd)
3. Bescherming (bv. de borstkas beschermt je hart en longen)
4. Beweging mogelijk maken (aan botten zitten spieren vast, dankzij spieren kunnen botten > en dus het lichaam, bewegen)

Slide 2 - Slide

Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Er zijn vier soorten beenverbindingen:
Vergroeide botten: Onderaan de rug, aan het uiteinde van de wervelkolom, zit het heiligbeen. Het heiligbeen bestaat uit vergroeide botten.

Naadverbindingen:
De schedel is een dichte doos. De botten zitten met naden aan elkaar vast. Een naadverbinding is stevig.

Kraakbeenverbindingen: Tussen de wervels zitten kraakbeen-schijven. Hierdoor is de rug geen starre pijp, maar kan hij soepel bewegen.

Verbindingen door gewrichten: De botverbindingen die bewegingen mogelijk maken, zijn verbindingen met gewrichten.


Slide 3 - Slide

Vergroeiing
botten die zijn vergroeid tot één geheel

kun je niet bewegen

Slide 4 - Slide

Gewrichten
Gewrichten

Je armen en benen bewegen door gewrichten en spieren

Meest beweeglijke verbinding tussen botten

Slide 5 - Slide

Naadverbinding
kraakbeenverbinding

Slide 6 - Slide

De bouw van gewrichten

Een gewricht wordt meestal door twee botten gevormd.
Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom (zie afbeelding).  

De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Op het bot bevindt zich een laagje kraakbeen. Daardoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze minder snel.

Het gewrichtskapsel houdt de botten stevig bij elkaar.
Ook de spieren helpen daarbij.




6
gewrichtskogel
1
gewrichtskapsel
2
gewrichtskom
3
kraakbeen
4
gewrichtskapsel
5
gewrichtsvloeistof - gewrichtssmeer
Elleboog

Slide 7 - Slide

Spieren
  • Je botten (beenderen) kunnen bewegen doordat er spieren aanvast zitten.
  • Spieren zitten met pezen vast aan het bot
  • Een spier kan zich samentrekken (spier wordt korter) en zich ontspannen (spier wordt langer)

Slide 8 - Slide

Rontgenfoto maken
Een rontgenfoto wordt gemaakt door rontgenstraling door een lichaamsdeel van een patient te stralen. De beenderen absorberen deze straling, de rest van de straling wordt doorgelaten en zorgen voor een schaduw. Hierna wordt de foto in negatief gezet (zwart wordt wit en wit wordt zwart), waardoor je de beenderen als wit ziet. En de achtergrond zwart. 

Slide 9 - Slide

Rontgen
In 1894 nam Wilhelm Rontgen de eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw. Tegenwoordig maken we nog steeds gebruik van deze techniek om naar beenderen te kijken. 

Slide 10 - Slide