Opvallend schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Opvallend schrijven

Introductie

Met een tekst kun je mensen vermaken of verleiden. Om dat te bereiken is het belangrijk dat wat je schrijft, opvallend is. 

Een hulpmiddel hierbij zijn stijlfiguren, vaste vormen waarmee je in een tekst een bepaald effect kunt bereiken.

Tegenstellingen (antithese)

In een tekst kun je tegenstellingen gebruiken.  Woorden met een tegenstellende betekenis vallen op.  

Paradox

Soms lijkt iets een tegenstelling, maar is dat bij nader inzien toch niet zo. Dan noem je het een paradox.

VB: schrijven is schrappen / hoe meer ik weet, hoe meer ik besef dat ik niets weet. 

Retorische vraag

Om te zorgen dat een lezer zich aangesproken voelt, kun je kiezen voor een retorische vraag. Dat is een vraag waar je eigenlijk geen antwoord op verwacht of waar je ook geen echt antwoord op kunt geven. 

Voorbeelden:

Hoe dom kun je zijn?"

"Moet dat soms kapot?"

"Denk je dat je me voor de gek kan houden?"

"Je wilt toch later wel een goede baan kunnen krijgen?"

Hyperbool

Om iets te laten opvallen, werkt het goed om flink te overdrijven en zo'n overdrijving noem je een hyperbool. 

Voorbeelden:

Het heeft eeuwen geduurd voordat we de cijfers van het proefwerk kregen

De mussen vallen van het dak, zo heet is het. 

Repetitio (herhalen)

Het herhalen van woorden kan een tekst saai maken, maar het kan er ook voor zorgen dat de lezer de boodschap beter onthoudt. Een letterlijke herhaling wordt ook wel repetitio genoemd. 

Voorbeeld: om een marathon te kunnen lopen moet je trainen, trainen, trainen.

Drieslag

Is een opsomming van drie verschillende elementen om iets te verduidelijken en kracht bij te zetten.

Voorbeelden:

Ik voelde me ziek, zwak en misselijk

Veni, vidi, vici: ik kwam, ik zag en overwon

Rust, reinheid en regelmaat

Lachen, gieren, brullen

Aan de slag

Gezamenlijk opdracht 1 blz. 93

Daarna ga je aan de slag met de opdrachten 3 t/m 5