Test: les heures

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

les heures

Noteer 6 Franse woorden die met
de kloktijden te maken hebben

Vertaal de zin:
'Il est cinq heures.'

1. Het is 3 uur.
2. Het is 5 uur.
3. Het is 4 uur.
4. Het is 6 uur.

Vertaal de zin:
'Il est huit heures.'

1. Het is 7 uur.
2. Het is 9 uur.
3. Het is 8 uur.
4. Het is 10 uur.

Vertaal de zin:
'Il est midi.'

1. Het is middag.
2. Het is 12 uur 's middags.
3. Het is avond.
4. Het is 12 uur 's nachts.

Vertaal de zin:
'Il est cinq heures et demie.'

1. Het is half 5.
2. Het is 5 uur.
3. Het is kwart over 5.
4. Het is half 6.

Vertaal de zin:
'Il est heures et quart.'

1. Het is 8 uur.
2. Het is 10 over 8.
3. Het is kwart over 8.
4. Het is kwart voor 8.

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'trois heures dix'

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'minuit moins le quart'

Vertaal de zin:
'Il est trois heures moins 20.'

1. Het is 20 over drie.
2. Het is tien voor half 4.
3. Het is 10 over half 3.
4. Het is tien over half 4.

Welke tijd is het vroegst?

1. sept heures dix
2. sept heures moins cinq
3. sept heures vingt
4. sept heures

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'sept heures et demie'

Hoe laat begint de volgende pauze?
Geef antwoord in het Frans.

Zet de tijden van vroeg naar laat:

(sleep blauw over rood)

deux heures moins dix

deux heures vingt

deux heures moins le quart

deux heures et demie

deux heures cinq

Tu es formidable!

C'est tout!

Welke tijd is correct gespeld?

1. Il est trois heure et demie.
2. Il est trois heures et demi.
3. Il est trois heures et demie.
4. Il est trois heurs et demie.

les heures