5.2 Planten groeien (2 lessen)

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus
1 / 19
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 1 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste plek van de plantaardige cel.
1
2
3
4
5
6
cytoplasma
bladgroenkorrel
celwand
celmembraan
celkern
vacuole

Slide 2 - Drag question

houtachtige planten
kruidachtige planten
stevigheid door water in de vacuole
stevigheid door houtstof in de celwanden

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen 5.2
  • Je kunt de onderdelen van een zaadje benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt (ontkiemen).
  • Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
  • Je kunt de onderdelen van een tak benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.


Slide 4 - Slide

Ontkiemen
  • Nadat planten hebben gebloeid, veranderen de bloemen in vruchten. 
  • In de vrucht zitten de zaden.
  • De zaden bestaan uit 2 zaadlobben. Daartussen zit de kiem. Om de 2 zaadlobben zit een zaadhuid.

Slide 5 - Slide

Levenscyclus van een plant

De ontwikkeling van een plant: 
1. Zaad ontkiemt
2. Plant groeit uit en krijgt bloemen
3. Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden
4. De zaden worden verspreid en de cyclus begint opnieuw  




1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen bonenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 6 - Slide

Ontkiemen
Zolang zaden droog blijven, gebeurt er niets. Pas als er vocht bij komt groeit er een nieuw plantje uit de boon.  Dat heet ontkiemen

1. De zaadhuid water op
2. Daardoor zwellen de zaadlobben op en knapt de zaadhuid open
3. Het worteltje komt naar buiten
4. De stengel en de blaadjes volgen

Slide 7 - Slide

dit is een
Een boon, een zaad.
Uit het zaadbeginsel is dit zaad ontstaan.
1
'donker puntje'
Het poortje
Hierdoor kan het zaad water (vocht) opnemen. 
2
2 zaadlobben. Een zaad kan ook 1 zaadlob bevatten.
Bevatten zetmeel, het reservevoedsel.
Bij de kieming van het zaad, groeit de kiem uit tot een kiemplantje.
Het zetmeel levert daarvoor de energie.
3
buitenste laag
Zaadhuid
Beschermt het binnenste deel van het zaad
4
Navel
Hier zat de boon vast in de peulvrucht
5
Zaadlob met de kiem
6
De kiem
Deze ontstaat uit de bevruchte eicel en groeit uit tot het kiemplantje
7
BOON: Leer de onderdelen en de functies.

Slide 8 - Slide

Het ontkiemen van een bruine boon

Slide 9 - Slide

Lengtegroei bij bomen
eindknop: hieruit groeit een nieuw stuk tak
zijknop: hieruit groeien nieuwe zijtakken
knopschubben: beschermen de knop tegen kou en insecten
ringlitteken: plek waar een knop zat en de tak is uitgelopen

Slide 10 - Slide

Diktegroei bij bomen
De stam en takken worden elk jaar dikker. 
In het groeilaagje vormen zich elk jaar nieuwe houtcellen

Lichte hout: voorjaar/lente
Donkere hout: zomer
Jaarring: lichte + donkere ring

Slide 11 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.2
Maken: opdracht 2 t/m 13

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 12 - Slide

Leerdoelen 5.2
  • Je kunt de onderdelen van een zaadje benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt (ontkiemen).
  • Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
  • Je kunt de onderdelen van een tak benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.


Slide 13 - Slide

Sleep de namen van de onderdelen van de bruine boon naar de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel

Slide 14 - Drag question

Wat komt er als eerst uit het zaadje bij ontkieming?
A
stengel
B
wortel
C
bladeren

Slide 15 - Quiz

Sleep de stappen van de ontkieming in de juiste volgorde.
1
2
3
4
De zaadhuid neemt water op
De zaadlobben zwellen op en de zaadhuid knapt open
Het worteltje komt naar buiten
De stengel en blaadjes komen uit

Slide 16 - Drag question

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.2
Maken: opdracht 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 17 - Slide

een jaarring bestaat uit een
A
lichte en een donkere ring
B
2 lichte ringen
C
1 lichte of een donkere ring
D
2 donkere ringen

Slide 18 - Quiz

In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.

Slide 19 - Quiz