This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Textiel
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij 'textiel'?
Slide 2 - Mind map
Wat is textiel?
Het woord textiel betekent 'alles wat geweven is'.
Textiel bestaat uit kortere en langere draden. Die draden noemen we 'vezels'.
Je kunt deze vezels vlechten, haken, breien of aan elkaar knopen. Dan heb je textiel.
Slide 3 - Slide
Waarom eigenlijk?
Slide 4 - Slide
Welke soorten textiel ken je?
Slide 5 - Mind map
Grondstoffen van textiel
Plantaardige vezels
Dierlijke vezels
Synthetische vezels
Slide 6 - Slide
Verschillende grondstoffen
Plantaardige vezels
Jute
Jute komt van de juteplant.
Jute kan slecht tegen de zon en gaat snel rotten. Er worden matten, zakken en gordijnstoffen van gemaakt.
Hennep
Hennep komt van de hennepplant.
Hennep kan goed tegen het weer buiten. Daarom worden er touwen, zeildoeken en brandslangen van gemaakt.
Katoen
Katoen is een natuurlijke stof die je overal ziet (broeken, jasjes, T-shirts). Het wordt gemaakt van de katoenplant.
Linnen
Linnen wordt gemaakt uit vezels van de vlasplant. Linnen is sterker dan katoen (nat linnen is nog sterker). Het kreukt wel snel. Zomerkleding wordt vaak gemaakt van linnen, omdat het lekker koel is.
Slide 7 - Slide
Verschillende grondstoffen
Dierlijk
Wol
Verschillende dieren hebben wol of haren, waarvan een draad kan worden gemaakt.
De meeste wol komt van een schaap. Ook wordt er wol gemaakt van de vacht van een geit, een konijn en van een kameel.
Van wol wordt kleding gemaakt en dekens. Wol is erg warm bij het dragen en kan op de huid erg kriebelen.
Zijde
Zijde komt van de cocons van de zijderups.
De cocon is gemaakt van een hele fijne, dunne draad. Deze draad is wel 3000 meter lang.
Zijde heeft een witte kleur en een mooie glans. Van zijde worden bruidsjurken gemaakt, sjaals en diverse andere (luxe) kleding.
Mohair
Slide 8 - Slide
Verschillende grondstoffen
Synthetisch
Acryl
Acryl wordt gemaakt van aardolie gemixt met chemische stoffen.
Acryl wordt ook wel nep-wol genoemd. Het voelt aan als wol, maar slijt minder snel. Acryl draagt fijn, want het kriebelt niet.
Lycra of Elasthan
De vezels van lycra zijn zeer elastisch.
Lycra, ook wel elasthan genoemd, heeft veel rek. Het is glanzend en doorzichtig van zichzelf. Het wordt veel gebruikt voor zwemkleding, sportkleding, panty's en sokken.
Half-syntetisch: Viscose
Viscose is half-synthetisch. Het komt deels uit de natuur (hout). Dit wordt gemixt met chemische stoffen.
Deze stof blijft koel en luchtig aanvoelen, neemt goed zweet op. Het wordt gebruikt voor jurken, blouses en hemdjes.
Polyester
Polyster (PES) wordt gemaakt van aardolie, gemixt met chemische stoffen. Door dit te verhitten ontstaan stroperige draden. Polyster wordt vaak gebruikt voor sportkleding. Polyester is erg sterk, het krimpt niet, kreukt niet en vervormt niet.
Nylon
Nylon is een synthetisch materiaal dat vooral bekend is door gebruik in kleding. Dit omdat het sterk, kreukvrij en licht is en bovendien nauwelijks vocht opneemt.
Slide 9 - Slide
Welk textiel hebben we in de klas?
Pak een wit blaadje en maak twee kolommen:
Kleding en Textiel.
Je loopt door de klas en zoekt een maatje
Je bekijkt samen van welk materiaal jullie
kleding is gemaakt.
Je loopt rond om andere textielsoorten te vinden
Kleding
Textiel
timer
5:00
Slide 10 - Slide
Van welke stof(fen) is jouw kleding gemaakt?
Slide 11 - Mind map
Zet de plaatjes bij de juiste tekst
weven
breien
knopen
haken
Slide 12 - Drag question
Geschiedenis van textiel
Jagers en boeren
Mensen leefde van de natuur. Jagers droegen mantels, die ze vlochten van dierenhuiden.
Middeleeuwen
Het spinnewiel werd uitgevonden. Dit is een groot rad dat ronddraait en lange draden spint.
1874
Mensen begonnen met het opnieuw gebruiken van textiel: recyclen. Textiel wordt uit elkaar gehaald tot vezels.
1935
Natuurlijke vezels zijn wol, katoen of zijde. Deze komen van planten of dieren. Vanaf 1935waren er ook kunstmatige vezels. Bijvoorbeeld nylon. Van nylon worden bijvoorbeeld pantys gemaakt.
1967
Dit is de tijd van Televisie en Computers. Mensen worden steeds rijker en konden meer kleren kopen. Maar ze gooiden hun kleren ook steeds sneller weg.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Oude kleding
Recyclen
Textiel dat versleten of kapot is, kan gerecycled worden. Je gebruikt het dan opnieuw. Van de afvalstoffen worden nieuwe producten gemaakt.
Hergebruik
Als iets opnieuw gebruikt wordt door iemand anders, noem je dat hergebruik.
Een hergebruikt kledingstuk wordt ook wel een tweedehands kledingstuk genoemd.
Voorkomen (preventie)
De beste manier om met afval om te gaan is zorgen dat we geen afval hebben: voorkomen.
Bijvoorbeeld door 'duurzame producten' te gebruiken. Deze producten gaan langer mee en zijn beter voor het milieu.
Storten
Afval kan naar de vuilnisbelt worden gebracht: storten. Het gaat daar liggen rotten en stinken. Het vervuilt de bodem, het water en de lucht.
Verbranden
Textiel waarvan maar weinig gerecycled kan worden, wordt verbrand samen met ander afval.
Dit kost veel geld. En als je het verbrand, ben je ook het voorgoed kwijt...