§ 2.2 Inkomen uit bezit

Economie § 2.2 (B)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie § 2.2 (B)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik ken de 5 verschillende vormen van bezit en de gekoppelde inkomsten.
  • Ik weet wat een aandelen-koers en dividend is.
  • Ik kan rekenen met huur, pacht, rente & winst.

Slide 2 - Slide

Inkomen uit geld
Als je spaargeld bezit, kun je dat op de bank zetten. De vergoeding die je hiervoor krijgt van de bank is rente.

Je kunt dus zeggen dat het inkomen over geld, rente is.

Slide 3 - Slide

Inkomen uit huizen
Als je meerdere huizen bezit, kun je de huizen waar je niet woont verhuren. De opbrengst is dan dus huur.
Ook bedrijfsruimtes en vakantiehuisjes (zie foto) kun je verhuren voor geld.


Slide 4 - Slide

Grond verhuren
Heb je een stuk grond in je bezit dat je niet gebruikt? Dit kun je ook verhuren. Het geld wat je hiervoor krijgt is pacht.
Mensen met een huis betalen soms pacht, omdat hun huis op andermans grond staat.

Slide 5 - Slide

Inkomen uit bedrijf
Heb je een eigen bedrijf in je bezit? Dan maak je (als het goed is) winst. Winst is dus de inkomsten uit een bedrijf.
Soms heeft een bedrijf geen winst en dus verlies. Dit betaalt de eigenaar van het bedrijf zelf.

Slide 6 - Slide

Aandeel+Dividend
Grote bedrijven hebben nooit één eigenaar. Ze hebben aandelen die allemaal een klein stukje van het bedrijf zijn. Je koopt deze op de beurs. Op de foto een aandeel VOC.

De winst van deze bedrijven wordt verdeeld over de aandeelhouders in de vorm van dividend.

Slide 7 - Slide

Koers van een aandeel

Slide 8 - Slide

Inkomensverschillen
Inkomensverschillen ontstaan onder andere door:
  • Langer werken of op onregelmatige tijden      (in het weekend of avond)
  • Gevaarlijk werk doen    (bijvoorbeeld militair)
  • Hogere opleiding
  • Uitzonderlijk werk         (bijvoorbeeld topsporter, influencer, actrice)
  • Meer ervaring of hogere leeftijd = meer ‘levenservaring’
  • Meer verantwoordelijkheden        (leidinggevend)

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Ik ken de 5 verschillende vormen van bezit en de gekoppelde inkomsten.
  • Ik weet wat een aandelen-koers en dividend is.
  • Ik kan rekenen met huur, pacht, rente & winst.

Slide 10 - Slide

§ 2.2 - Opdracht 3 t/m 29

Slide 11 - Slide