Quiz neus- maagsonde en sondevoeding

Quiz neusmaagsonde
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz neusmaagsonde

Slide 1 - Slide

Wat moet de PH waarde zijn bij controle?
A
> 6.0
B
< 2.0
C
> 5.5
D
< 5.5

Slide 2 - Quiz

Hoelang mag een PVC sonde blijven zitten?
A
7 dagen
B
2 weken
C
6 weken
D
3 maanden

Slide 3 - Quiz

Hoe meet je de lengte van een sonde op?
A
NEX
B
NEX + 5
C
NEX + 10
D
NEX + 15

Slide 4 - Quiz

Hoe verzorg je een vieze insteek van een PEG sonde?

Slide 5 - Open question

Wat doe je als iemand erg moet hoesten tijdens het inbrengen van een neusmaagsonde?
A
Rustig doorduwen
B
Slokje water aanbieden
C
Je haalt de maagsonde eruit
D
Stop tijdelijk met de handeling en bied als het mag water aan

Slide 6 - Quiz

Noem een indicatie voor het toedienen van een neusmaagsonde

Slide 7 - Open question

Wat doe je het eerst als je geen maagzuur opgetrokken krijgt na het inbrengen van de neusmaagsonde?
A
Opnieuw proberen op de linkerzij
B
Je haalt de maagsonde eruit
C
Je geeft iemand limonade
D
Sonde (on)dieper positioneren

Slide 8 - Quiz

Wat kan erop wijzen dat de sonde verschoven is?
A
De sonde raakt verstopt
B
Diarree
C
Droge mond
D
Vaak hoesten

Slide 9 - Quiz

Wanneer laat je de patiënt drinken? Wanneer de maagsonde in de..
A
Keelholte zit
B
Slokdarm zit

Slide 10 - Quiz

De afstand tussen N en E is 15 cm, de afstand tussen E en X is 45 cm.. Hoe ver wordt de sonde ingebracht?
A
50 cm
B
60 cm
C
70 cm
D
65 cm

Slide 11 - Quiz

Je gaat medicatie door de sonde geven, met hoeveel spoel je voor - tijdens- na?

Slide 12 - Open question

Wanneer verwijder je het voerdraad?

Slide 13 - Open question

Wanneer vervang je de neuspleister?
A
Iedere dag
B
Iedere 2 dagen
C
1x per week
D
1x per 2 weken

Slide 14 - Quiz

Wat is een neus - jejunum sonde?
A
Via slokdarm - maag
B
Via slokdarm - dunne darm
C
Via sneetje in de buik - maag
D
Via sneetje in de buik - dunne darm

Slide 15 - Quiz

Wat is een PEG sonde?
A
Slokdarm - maag
B
Slokdarm - dunne darm
C
Sneetje in de buik - maag
D
Sneetje in de buik - dunne darm

Slide 16 - Quiz

Noem 2 klachten die het gevolg kunnen zijn van een neusmaagsonde?

Slide 17 - Open question

Een patiënt moet voor 2 maanden een sonde krijgen, welk materiaal adviseer je?
A
PVC en PUR
B
PUR
C
PVC en siliconen
D
PUR en siliconen

Slide 18 - Quiz

Hoe komt het dat een patiënt met SV obstipatie kan krijgen?
A
Te weinig vezel inname
B
Te weinig vocht
C
Medicijngebruik
D
Alle bovenstaande

Slide 19 - Quiz

Wat voor soort handeling is het toedienen van sondevoeding?
A
Voorbehouden
B
Risicovol

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort
sonde zie je hier?
A
Neus- maagsonde
B
PEG-sonde
C
MIC-KEY

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort
sonde zie je hier?
A
Neus- maagsonde
B
PEG-sonde
C
MIC-KEY

Slide 22 - Quiz

Bij welke sonde controleer je de PH waarde?

A
PEG-sonde
B
MIC-KEY
C
Neus- maagsonde

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we druppelgewijs sondevoeding toedienen, gedurende een dagdeel?
A
Intermittend
B
Per bolus/ portie
C
Continu

Slide 24 - Quiz

Met een PEG-sonde is er minder kans op een aspiratie pneumonie?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Voor sondevoeding heb je een uitvoeringsverzoek nodig?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Wie kan sondevoeding voorschrijven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Arts
B
Verpleegkundige
C
Diëtist
D
Voedingsassistent

Slide 27 - Quiz

Na hoeveel uur moet een pompset verwisseld worden?
A
Na ieder gebruik vervangen
B
Na 6 uur
C
na 12 uur
D
na 24 uur

Slide 28 - Quiz

Waarom is mondzorg belangrijk bij een zorgvrager met sondevoeding?

Slide 29 - Open question

Vond je het leuk.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz