1.3 Mijn omgeving - winkels

Mijn omgeving
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mijn omgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden horen bij Mijn Omgeving?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions


A
Het appartement
B
De boerderij
C
De tuin
D
De flat

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


A
Het verkeersbord
B
Het stoplicht
C
Het kruispunt
D
Het zebrapad

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De plaats waar ik woon
A
De bushalte
B
Het station
C
Het kruispunt
D
Het verkeersbord

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

De school
Welke winkels ken je al?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Winkels
  • Kledingwinkel   (C&A, H&M, Zara, Primark, Only)
  • Supermarkt  (Aldi, Lidl, Jumbo, Jan Linders, Albert Heijn)
  • Drogist (Kruidvat, DA, Etos)
  • Kapper
  • Bakker (brood)
  • Slager (vlees)
  • Groenteboer (groenten en vaak ook fruit)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Kapper

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


A
Slager
B
Groenteboer
C
Bakker
D
Kapper

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Kapper

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
Slager
B
Groenteboer
C
Bakker
D
Kapper

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Drogist
Bakker
Slager
groenteboer

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Winkelstraat
Winkelcentrum

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
het Product
de Producten

Dingen die je kan kopen.
 
de telefoon, de kaas, de schoenen, enz.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
de Bestelling
Als je vertelt wat je wil hebben en dit later ophaald.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
de Kassa

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Bonnetje

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Afrekenen
Betalen, kopen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Pinnen
Pinpas
Contant

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Gepast betalen
met contant geld precies genoeg betalen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Medewerker
Wie in de winkel werkt
Winkelier
Baas van de winkel

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


A
De kassa
B
Het bonnetje
C
De medewerker
D
Pinnen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


A
De kassa
B
Het bonnetje
C
De medewerker
D
Pinnen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Het product kost €5,-
Ik betaal met een briefje van 5.
Dat is ...
A
De bestelling
B
pinnen
C
Gepast betalen
D
bonnetje

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De persoon die in de winkel werkt noem je:
A
De medewerker
B
Het product
C
De kassa
D
De bestelling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met: De kassa

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

In mijn omgeving is een winkelcentrum.
Daar zijn veel winkels.
Er is een kapper en een drogist.
Ik koop vaak nieuwe spullen.
Ik hou het meest van de kledingwinkels, want ik hou van nieuwe kleren. 
Ik betaal meestal met een pinpas.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

In mijn omgeving zijn een paar winkels.
Er is alleen een bakker en een slager.
Ik koop niet vaak nieuwe spullen.
Ik hou het meest van de bakker, want ik hou van brood.
Ik betaal meestal met contant geld


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

In mijn omgeving is ... .
Daar zijn ... winkels.
Er is een ... en een ... .
Ik koop ... nieuwe spullen.
Ik hou het meest van ..., want ik hou van ... .
Ik betaal meestal met ... .

Slide 30 - Slide

This item has no instructions