3TB - H3 Taalverzorging: Woordsoorten

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk3
Taalverzorging
Woordsoorten

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 

(Jas aan de kapstok, 
niet eten tijdens de les, 
telefoon in tas.)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Herhaling lesstof vorige week

  • Uitleg woordsoorten

  • Zelfstandig werken.

  • De les afsluiten.

Slide 3 - Slide

De vorige les:
Zijn jullie zelfstandig aan het werk geweest met H2 persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Ik heb de gemaakte opdrachten 'steekproefsgewijs' gecontroleerd en zag dat een aantal leerlingen maar iets invulden.

Een aantal deden het ook heel erg goed!

Slide 4 - Slide

De vorige les:
Algemeen advies: Leer jezelf aan om ook tijdens het maken van Nederlands goed gebruik te maken van interpunctie en hoofdletters.

Slide 5 - Slide

De vorige les:
Persoonsvorm
Is een vervoegd werkwoord.

Is te vinden door:
De zin vragend te maken;
De zin in een andere tijd te vinden.

Slide 6 - Slide

Dit kan ik aan het einde van deze les:
  • Werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden benoemen.
  • Lidwoorden, voorzetsels en voegwoorden benoemen.

Slide 7 - Slide

Waarom leren over Woordsoorten?
Met zinsontleding krijg je inzicht in de opbouw van een zin. Het helpt je om een zin goed te formuleren en de spellingsregels goed toe te passen.

Slide 8 - Slide

Werkwoord:
Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.

In een zin staat tenminste één werkwoord.

Elk werkwoord heeft verschillende vormen.

Slide 9 - Slide

Zelfstandig naamwoord:
Is een woord voor een: Mens, dier plant of ding

Zusje, woestijnvos, geranium, schooltas, kerst.

Let op: Een naam is ook een zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Slide

Lidwoorden
De, het, een

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord.
Vertelt iets over het naamwoord:
Kleine, rode etc.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over waarvan het gemaakt is:
Leren, stenen etc.

Slide 12 - Slide

Voorzetsel:
Geeft plaats, de tijd of de oorzaak aan.

Naast de toren;
Na de feestdagen;
Door de gladheid.


Slide 13 - Slide

Aan de slag met:
  • H3 Taalverzorging: Woordsoorten

Hoe? Per laptop

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
H3 Taalverzorging voltooid deelwoord.


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
30:00

Slide 14 - Slide

Na vandaag:
Kan je één ding benoemen die je hebt geleerd? 

Kan je werkwoorden, zelfstandige naamwoordelijk en bijvoeglijke naamwoorden benoemen.

Kan je lidwoorden, voorzetsels en voegwoorden benoemen.

Slide 15 - Slide

De volgende les:
Volgende week woensdag (15 december) vindt de toets taalverzorging plaats.

Het is belangrijk dat je hiervoor H1, H2 & H3 taalverzorging leert en kent.

Bestudeer de theorie nogmaals en maak de vragen.

Slide 16 - Slide