H_intro natuurrampen Japan

Wat is een natuurramp?
A
Een ramp in de natuur die je kunt voorkomen
B
Een ramp door mensen veroorzaakt
C
Een ramp door dieren veroorzaakt
D
Een ramp in de natuur die je niet kunt voorkomen
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is een natuurramp?
A
Een ramp in de natuur die je kunt voorkomen
B
Een ramp door mensen veroorzaakt
C
Een ramp door dieren veroorzaakt
D
Een ramp in de natuur die je niet kunt voorkomen

Slide 1 - Quiz

Wat voor natuurramp is hier geweest?
A
vulkaanuitbarsting
B
orkaan
C
aardbeving
D
tsunami

Slide 2 - Quiz

Wat voor natuurramp is hier geweest?
A
Vulkaanuitbarsting
B
Orkaan
C
Aardbeving
D
Tsunami

Slide 3 - Quiz

Weet je nu wat een natuurramp is?
A
JA!
B
NEE!

Slide 4 - Quiz

Het heet de Ring van Vuur omdat hier veel bosbranden plaatsvinden?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Hoe ontstaan vulkanen? Zet de woorden op de juiste plek
Trog
Oceanische plaat
Vulkaan
Magma

Slide 6 - Drag question

De plek waar de aardbeving ontstaat?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een plaatbeweging
D
Het hypocentrum

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen lava en magma?
A
Magma is harder dan lava.
B
Lava is warmer dan magma.
C
Lava zit alleen in een vulkaan, magma alleen in de mantel.
D
Lava stroomt buiten de aardkorst, magma binnen de aardkorst.

Slide 9 - Quiz

Platen bewegen uit elkaar:
Platen drijven naar elkaar toe:
Platen schuiven langs elkaar:
Divergentie
Convergentie
Transforme beweging

Slide 10 - Drag question

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergte

Slide 11 - Quiz

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 12 - Quiz

Bij divergente plaatbewegingen komen..
A
Vaak aardbevingen en met weinig kracht
B
Vaak aardbevingen met veel kracht
C
Niet vaak aardbevingen met weinig kracht
D
Niet vaak aardbevingen met veel kracht

Slide 13 - Quiz

Platen bewegen schoksgewijs. Dit zorgt voor het opbouwen van spanning. Als deze loslaat, dan ontstaat er een?
A
Aarbeving
B
Vulkaan
C
Trog
D
Orkaan

Slide 14 - Quiz

Welke twee soorten platen botsen er in Japan?
A
Aardplaten
B
Aardplaat en een continentale plaat
C
Twee continentale platen
D
Een continentale tegen een oceanische plaat

Slide 15 - Quiz

Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?
A
Langs elkaar
B
Van elkaar af
C
Naar elkaar toe

Slide 16 - Quiz