Spelling H3: lastige werkwoorden (maandag 27 sept)

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (Spelling H3 Werkwoorden) en je schrift (huiswerk).
  • De iPad hebben we aan het einde van de les pas nodig.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (Spelling H3 Werkwoorden) en je schrift (huiswerk).
  • De iPad hebben we aan het einde van de les pas nodig.

Slide 1 - Slide

1. Herhaling koppelteken en weglatingsstreepje
2. Huiswerk bespreken.
3. Spelling werkwoorden H3:
de spellingsregels van lastige werkwoorden.
4. Vragenronde over de toets(stof).
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

  • Je weet in welke taalsituaties je een koppelteken of een weglatingsstreepje gebruikt.
  • Je weet wanneer je een werkwoord met -d of -dt schrijft.
  • Al je vragen over de toets van komende woensdag zijn beantwoord.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Je gebruikt een koppelteken bij:

  • Samenkoppelingen die anders overzichtelijk worden of als een 'klinkerbotsing' optreedt.
  • Samenstellingen met twee gelijkwaardige woorden: zwart-wit, hotel-restaurant
  • Woorden met voorvoegsels:
    ex-verpleegkundige,
    oud-voorzitter

Slide 4 - Slide

Je gebruikt een koppelteken ook bij:

  • Aardrijkskundige namen: Noord-   Afrika, Zuid-Amerika
  • Letters, cijfers, afkortingen en St.   of Sint: Sint-Maarten, A4-formaat.
  • Samenstellingen waarbij het   tweede deel een hoofdletter heeft: on-Hollands, pro-Amerikaans.

Slide 5 - Slide

Invoer en uitvoer
in- en uitvoer
hoofdstraten en zijstraten
hoofd- en zijstraten

Maar let op:
Rode rozen en witte rozen zijn vier losse woorden, dus daar komt geen weglatingsstreepje.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Spelling H3: Opdracht 1
Kijk goed wie het werkwoord 'uitvoert'. Wie het onderwerp is dus.

In de tuin van de buren ... (bespieden) de katde vogels.

Slide 9 - Slide

Spelling H3: Opdracht 2
Kijk goed wie het werkwoord 'uitvoert'. Wie het onderwerp is dus.

... (Houden) de paraplu stevig vast met deze harde wind!

Slide 10 - Slide

Spelling H3: Opdracht 4, 5 en 6
-d, -t of dt?
1. Kijk goed in welke tijd de zin staat.
2. Kijk goed wie het werkwoord uitvoert of ondergaat
3. Ga na hoe veel personen of dingendit zijn.
4. Pas de juiste regels toe.

In de tegenwoordige tijd kan
de loop-regel handig zijn!
-d
  -t
   -dt   
Samen of individueel?

Slide 11 - Slide

H1: Leestekens en gebiedende wijs.
H2: Leenwoorden en Engelse werkwoorden.
H3: Koppelteken, weglatingsstreepje en werkwoordsvormen
eindigend op -d of -dt.


Vragen over de toets(stof)?
Deel 1 gaat over leestekens
Deel 2 gaat over werkwoordspelling

Slide 12 - Slide

Woensag 28 september
Toets over spelling H1, H2 en H3
H1: Leestekens en gebiedende wijs.
H2: Leenwoorden en Engelse werkwoorden.
H3: Koppelteken, weglatingsstreepje en werkwoordsvormen eindigend op -d of -dt.
goede extra vind je op:

Slide 13 - Slide

Wanneer schrijf je 'gebeurd' met
een -d?

Slide 14 - Open question

Wanneer schrijf je 'gebeurt' met
een -t?

Slide 15 - Open question

Het ... (gebeuren, t.t.) maar zelden
dat hij niet zeurt.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 16 - Quiz

Waar is dat ongeluk eigenlijk
... (gebeuren, v.d.)?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 17 - Quiz

Ik heb niet veel voor die extra uren ... (beuren, v.d.)
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 18 - Quiz

  • Je weet in welke taalsituaties je een koppelteken of een weglatingsstreepje gebruikt.
  • Je weet wanneer je een werkwoord met -d of -dt schrijft.
  • Al je vragen over de toets van komende woensdag zijn beantwoord.
Lesdoelen

Slide 19 - Slide