1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

1 / 11
next
Slide 1: Slide
maatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg van de begrippen
  • Opdrachten
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Doelen
Je kunt aan het einde van de les
  • uitleggen hoe sociale ongelijkheid voorkomt in onze samenleving.
  • een voorbeeld bedenken bij een machtsmiddel
  • je kan je eigen normen en waarden aangegeven en uitleggen.

Slide 3 - Slide

Waarden en normen 
Waarden: De principes die jij belangrijk vindt in het leven.
(veiligheid, gezondheid, gelijkheid, eerlijkheid, etc.)

Normen: De regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Slide 4 - Slide

Geschreven en ongeschreven regels

Wetten zijn geschreven regels
Ongeschreven regels zijn gedragsregels

Slide 5 - Slide

Belangen
Belang: Het voordeel dat je ergens bij hebt

Belangentegenstellingen--> Belang van de een botst met de ander
Wel of niet goedkoop vliegen?

Slide 6 - Slide

Macht
De mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden

Machtsmiddelen: Middelen om het gedrag van anderen te beïnvloeden

Slide 7 - Slide

Machtsmiddelen
  • Functie of beroep
  • Kennis en vaardigheden
  • Aanzien of status
  • Overtuigingskracht
  • Hoeveelheid geld dat je hebt
  • Het aantal mensen dat iets wil
  • Toegang tot de media
  • Toegang tot invloedrijke personen of politici
  • Het gebruiken van geweld 

Slide 8 - Slide

Sociale ongelijkheid 
Niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving

Slide 9 - Slide

Opdracht
  • Wat: Wat zijn jouw normen en waarden?
  • Hoe: In groepjes van 2/4 ga je kijken naar normen en waarden door middel van stellingen. Schrijf de normen en waarden die je kan bedenken bij het kaartje op, samen met de zin die op je kaartje staat. Geef ook je mening bij de stelling. Wat vind jij ervan?
  • Hulp: Het boek, docent, je groepje, internet voor normen en waarden.
  • Tijd: 15 min 
  • Uitkomst: Je hebt duidelijk wat normen en waarden zijn en je leert vragen te stellen om achter die van iemand anders te komen.
  • Klaar: Ga verder met de werkwijzer. Alles wat opgeschreven is lever je bij de docent in, met je naam. 

Slide 10 - Slide

Werkwijzer
Maak de opdrachten bij 1.3 in je werkboek

Slide 11 - Slide