H8.2

1 / 42
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het Deense bedrijf Nordvind geeft de Nederlandse overheid advies over windenergie. Is hier sprake van import of export?
A
Import
B
Export

Slide 5 - Quiz

Nederland heeft een open economie, want in verhouding tot ... importeert en exporteert Nederland veel. Welk woord behoort op de puntjes?
A
De betalingsbalans
B
Het nationaal inkomen

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste definitie van concurrentie?
A
Middelen die vervoersmiddelen gebruiken om te verplaatsen.
B
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
C
Onderlinge strijd om de meeste klanten te werven.
D
Landen die economisch samenwerken.

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste definitie van infrastructuur?
A
Middelen die vervoersmiddelen gebruiken om te verplaatsen.
B
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
C
Onderlinge strijd om de meeste klanten te werven.
D
Landen die economisch samenwerken.

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste definitie van welvaart?
A
Middelen die vervoersmiddelen gebruiken om te verplaatsen.
B
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
C
Onderlinge strijd om de meeste klanten te werven.
D
Landen die economisch samenwerken.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Een Nederlandse fabrikant van schoenen heeft veel last van de import van schoenen. Waarom heeft hij hier last van?

Slide 12 - Slide

Hoe zou de Nederlandse schoen fabrikant dit kunnen oplossen?
A
De prijs van zijn schoenen verlagen.
B
De kwaliteit van zijn schoenen verlagen.
C
Meer schoenen gaan exporteren.
D
Meer schoenen gaan produceren.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Noem de 2 redenen waardoor Nederland een sterke internationale concurrentiepositie heeft.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is het juiste gevolg van internationale arbeidsverdeling?
A
meer vrede
B
meer welzijn
C
meer gezondheid
D
meer welvaart

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leg globalisering uit met een voorbeeld.

Slide 21 - Slide

Om welke 2 redenen doet Nederland ook alweer aan export?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Door de globalisering moeten bedrijven steeds meer concurreren met bedrijven uit andere landen. Wat gebeurd hierdoor met de exportinkomsten van een land?

Slide 25 - Slide

Hoe kunnen we de dalende export, exportinkomsten en werkgelegenheid door globalisering oplossen?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is onjuist?
A
Door globalisering is er steeds meer concurrentie tussen landen.
B
Door globalisering dalen de exportinkomsten.
C
Door globalisering daalt de werkgelegenheid.
D
Door globalisering daalt de import.

Slide 28 - Quiz

Leg uit waardoor werkgelegenheid daalt door globalisering.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Wat is de juiste definitie van importheffing?
A
Belasting op producten die worden geïmporteerd.
B
Maximum aantal producten dat mag worden ingevoerd.
C
Bepaalde producten mogen helemaal niet worden ingevoerd.
D
Bedrijven krijgen een subsidie om hun exportproducten in prijs te verlagen.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Door importheffing wordt het (duurder/goedkoper) om producten te importeren uit landen buiten de EU.

Slide 36 - Slide

Noem 4 protectiemaatregelen op.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Zal iemand uit Nederland door de protectiemaatregelen nu eerder kleding kopen uit Spanje of China.
A
Spanje
B
China

Slide 39 - Quiz

Leg uit hoe de EU de handel binnen de EU bevordert door de protectiemaatregelen in te voeren.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Slide