10 juni

Unit 5

1 / 21

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Unit 5

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les kan je

Uitleggen wat 'will' en 'shall' betekent.
'Will' en 'shall' kunnen toepassen in bevestigende-, ontkennende- en vragende zinnen.

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 3 - Open question

Will

Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.

I will get a new TV soon.

--->

Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 4 - Slide

Formule

will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.

Slide 5 - Slide

Vormen

Je kan will op twee manieren schrijven:

Lange vorm: Will
He will close the window. It is cold.
Korte vorm: 'll
He'll close the window. It is cold.

Slide 6 - Slide

Ontkennende zinnen

Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't

I will not help you. --- OF --- I won't help you.

The cat will not eat. --- OF --- The cat won't eat.

His car will not start. --- OF --- His car won't start.

Slide 7 - Slide

Vragende zinnen

Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.

Shall we go on a date?

Slide 8 - Slide

SAMENVATTING

Slide 9 - Slide

He .... us next week.

will

will visit

will visits

visits

Slide 10 - Quiz

I don't like Stefan. I .... him with his homework.

will help

will not help

won't help

help

Slide 11 - Quiz

Look at the dark clouds. It ... soon.

will

rains

rain

will rain

Slide 12 - Quiz

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.

will watch

will watches

won't watches

won't watch