G4 BE - Bedrijfsstarten - H1 Balans en Winst&Verliesrekening

Bedrijfseconomie G4
G4-BE
Les 22/23

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie G4
G4-BE
Les 22/23

Slide 1 - Slide

Balans en Winst- & Verliesrekening 

Bedrijfstarten H1 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je :




Wat een balans is

Wat een winst- en verliesrekening is

H1 moet af deze week (was vorige week al plan)


Spoorboekje

  • Introductie
  • Bedrijf starten
  • Day for Change

  • Leerdoelen check



Slide 3 - Slide

Debiteuren
A
daar krijg je nog geld van
B
daar heb je nog geld aan te betalen

Slide 4 - Quiz

Een debiteur betaalt zijn openstaande factuur. Wat gebeurt er met de post debiteuren ?
A
die neemt toe
B
die wordt gedebiteerd
C
die wordt gecrediteerd
D
niets, er gebeurt iets met de post crediteuren

Slide 5 - Quiz

Hoe bereken je het eigen vermogen (EV)?
A
Kosten - opbrengsten = EV
B
Kas+bank-liquide middelen=EV
C
Bezit - schuld = EV
D
Debetzijde - creditzijde = EV

Slide 6 - Quiz

Een jas kost 121 euro exclusief BTW,
is de consumentenprijs inclusief BTW?
A
128,26
B
146,41
C
149
D
100

Slide 7 - Quiz

Geef de definitie van een balans

Slide 8 - Open question

Balans

Een balans is een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een organisatie op een bepaald moment. De bezittingen (activa), staan links op de balans. Het vermogen (passiva), staan rechts op de balans. Aan het vermogen kun je zien hoe de bezittingen zijn gefinancierd: met het eigen vermogen en/of met vreemd vermogen.

Slide 9 - Slide

Geef de definitie van een winst- en verliesrekening (resultatenrekening)

Slide 10 - Open question

Winst- & verliesrekening
(ook resultatenrekening)

Een winst- & verliesrekening geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan maakt het bedrijf winst. Zijn de kosten hoger dan de opbrengsten dan is er sprake verlies.

Slide 11 - Slide

Nu werken aan H1
Bedrijfstarten in LearnBeat

Straks bespreken H1 -> C4 & C9 (Yunus auto's)


Straks Day for change 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Opgaven in LearnBeat
Bedrijfstarten 2e druk H1
timer
25:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde
  • Belasting over wat je koopt
  • 9% BTW (basisbehoeften)
  • 21% BTW (overige behoeften)

Slide 17 - Slide

BTW

Slide 18 - Slide

Inclusief BTW
Exclusief BTW

Slide 19 - Slide

Een jas kost 121 euro exclusief BTW,
is de consumentenprijs inclusief BTW?
A
128,26
B
146,41
C
149
D
100

Slide 20 - Quiz

Een televisie is inclusief BTW 1199,00
Media Markt zegt: je krijgt van ons de BTW!
Hoeveel moet je afrekenen bij de kassa?
A
990,90
B
1007,56
C
1131,13
D
1000

Slide 21 - Quiz

Debet (bezittingen)
Vaste activa

Vlottende activa


Liquide middelen


Credit (schulden)

Slide 22 - Slide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris

Vlottende activa

voorraad goederen
debiteuren
te vorderen BTW
Liquide middelen
betaalrekening
kas


Credit (schulden)

Slide 23 - Slide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris
Vlottende activa
voorraad goederen
debiteuren
te vorderen BTW
Liquide middelen
betaalrekening
kas
Credit (schulden)
Eigen Vermogen

Lang Vreemd Vermogen


Kort Vreemd Vermogen

Slide 24 - Slide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris

Vlottende activa

voorraad goederen
debiteuren

Liquide middelen

betaalrekening
kas
Credit (schulden)
Eigen Vermogen

Lang Vreemd Vermogen
Hypothecaire Lening
Leningen>  1 jr

Kort Vreemd Vermogen
Crediteuren
Leningen <  1 jr
te betalen BTW

Slide 25 - Slide