Ik kan met behulp van een argument een historisch persoon relevant noemen.
Ik kan voorbeelden geven van manieren waarop je kunt laten zien dat een historisch persoon relevant is.
Ik kan drie voorbeelden noemen van wat er veranderde in de kunst, wetenschap en het geloof in de 16e eeuw (renaissance).
Ik kan de tijd van ontdekkers en hervormers plaatsen op een tijdbalk.