M3, H6, 6,2

Welkom bij ECONOMIE
Hoofdstuk 6, 6,2 "het gaat om de winst".
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij ECONOMIE
Hoofdstuk 6, 6,2 "het gaat om de winst".

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag:
Brutowinstopslag en verkoopprijs berekenen
Hoe je de consumentenprijs berekent
BTW
Verschil tussen omzet en afzet
Brutowinst en nettowinst

Slide 2 - Slide

Als een bedrijf winst maakt, hoe zou jij dit omschrijven waardoor dit komt?

Slide 3 - Open question

Van inkoopprijs
naar verkoopprijs




Brutowinstopslag
Bedrijfskosten moet je 'doorbelasten' in de verkoopprijs

Slide 4 - Slide

Voorbeeld:
JEANS: inkoopprijs € 15,00
Verkoopprijs: € 49,00
Bruto winst: € 34,00

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:
JEANS: inkoopprijs: €15,00
Brutowinstopslag € 34,00
Verkoopprijs JEANS: € 49,00
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

Slide 6 - Slide

Voorbeeld:
Jeans: inkoopprijs € 15,00
Brutowinstopslagpercentage: 227%
Verkoopprijs van de jeans: ?
Verkoopprijs = 100% + 227%:100% x €15,00 = € 49,05

Slide 7 - Slide

Het berekenen van de verkoopprijs
=
+
A
B
C
verkoopprijs
inkoopprijs
brutowinstopslag

Slide 8 - Drag question

Zet in volgorde
Brutowinstopslag
%
Brutowinstopslag
Netto verkoopprijs
Netto inkoopprijs
135%
100%
35%

Slide 9 - Drag question

Inkoopprijs North Face hoodie € 45,00
Verkoopprijs € 112,50
Wat is de brutowinstopslag?
A
250%
B
25%
C
150%
D
15%

Slide 10 - Quiz

Inkoopprijs van telefoonhoesje is
€ 9,50. Brutowinstopslag is 120%, wat is de verkoopprijs?
A
€ 11,40
B
€ 20,90
C
€ 12,63

Slide 11 - Quiz

Als jij iets koopt, betaal je BTW.
Leg uit wat BTW is

Slide 12 - Open question

BTW (belasting toegevoegde waarde)


Consumentenprijs

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De verkoopprijs inclusief btw is € 135,52  
De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Sleep het goede antwoord hier naar toe!
€ 163,98
€ 112,00 
€ 28,46

Slide 15 - Drag question

9% BTW
21% BTW
medicijnen
de btw op appels
fiets
brood
de btw op een i-pad

Slide 16 - Drag question

Wat denk jij wat het verschil is tussen omzet en afzet?

Slide 17 - Open question

AFZET/OMZET
Afzet = aantal producten/diensten dat je hebt verkocht
Omzet= de verkoopopbrengst (dus wat zit er in de kassalade)

Slide 18 - Slide

3. omzet : afzet
PC7: Wat hoort bij elkaar:
1. afzet × prijs =
2. omzet : prijs
prijs
afzet
omzet

Slide 19 - Drag question

Brutowinst = omzet - inkoopprijs
Wat is de brutowinst?
jij hebt 500 t-shirts verkocht voor € 25,00
De inkoopprijs van één t-shirt is €10,00

Slide 20 - Slide

1. Omzet = afzet x                                                          
2. Omzet -                                 = brutowinst
3. Brutowinst -                                  = nettoresultaat


  
bedrijfskosten
verkoopprijs
inkoopwaarde
nettowinst
brutowinst
inkoopprijs

Slide 21 - Drag question

Nettoresultaat
Nettoresultaat = brutowinst - bedrijfskosten
Jij hebt 500 t-shirts verkocht voor € 25,00
De inkoopprijs van één t-shirt is € 10,00
De bedrijfskosten zijn €2.500,00
Wat is het nettoresultaat van de SHIRTSHOP?

Slide 22 - Slide

@WORK
Laptop mag je sluiten en terug in de schooltas
Pak jouw lesboek, rekenmachine en pen
Maak de opdrachten:
3,4,5 en 6 op blz 164 en 165 

Slide 23 - Slide