Jeugdjournaal Les 2:

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemorgen klas 1A

Vandaag...

- Stillezen

- Jeugdjournaal: 5w+h-vragen

 Huiswerk

Leerdoelen:

- Ik kan het onderwerp van een programma of filmpje herkennen

- Ik kan antwoord geven op de 5w+h-vragen

Vandaag

- Powerpoint af;

- Rollen verdelen;

- Interviews af (Word);

- Oefenen (twee interviews);

De presentator

Welke vragen behandelt die?

Verslaggever

Welke vragen behandelt de verslaggever?

Getuige?

Wat doet de getuige?

Waar denk je aan
bij het Jeugdjournaal?

Onderwerp

Net als een tekst gaat een programma of een filmpje 

waarnaar je kijkt of luistert ergens over: het onderwerp.

Zo vind je het onderwerp:

- let op de titel van het programma of het filmpje

- luister goed naar de inleiding van het programma of filmpje. 

Let op woorden die vaker gebruikt worden

- Geef atwoord op de vraag:waarover gaat dit programma of filmpje?

Je gaat kijken naar (een stukje) van het Jeugdjournaal. Noteer van ieder nieuwsitem dat wordt behandeld wat het onderwerp is.

5w+h-vragen

Voor het beschrijven van een gebeurtenis kun je gebruik maken van de 5w+h-vragen:

Kijk nog eens naar het nieuwsitem. Kun jij bij dit item/onderwerp antwoord geven op de 5w+h-vragen?

Interview

In het Jeugdjournaal worden vaak interviews afgenomen.

Wat is een interview?

Wat is een gesprek?

• Tussen twee of meer personen
• Over een onderwerp
• Je praat en je luistert naar elkaar

praten

• Spreek duidelijk
• Vertel en vraag
• Spreek de persoon ook netjes aan (u)

Luisteren

• Actief luisteren! Reageer op je gesprekspartner
• Laat de ander uitspreken
• Stel vragen

Soorten vragen

• Open vragen: je gebruikt een vraagwoord en je krijgt een lang antwoord
• Gesloten vragen: je begint met een werkwoord en je krijgt als antwoord 'ja' of 'nee'

Wat voor soort vragen zie je hier?

Ga je mee sporten vanmiddag?

- Ja.

Lust jij spruitjes?

- Nee.

Kun je goed zwemmen?

-Ja.

1. open vragen
2. gesloten vragen
3. vervolgvragen
4. domme vragen

Waarom ben je te laat?

- Omdat ik me verslapen heb.

Hoe heet je?

- Ik heet Pieter.

Wat wil je drinken?

- Ik wil graag cola.

Wat voor soort vragen zijn dit?

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Vervolgvragen
4. Domme vragen