Herhaling H3 M1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling Hoofdstuk 3

Wat gaan we vandaag doen?

• Hoofdstuk 3 samen herhalen
• Aan de hand van uitleg/ mindmaps/ quizvragen
• Je doet mee met je telefoon, je gebruikt je eigen naam + je telefoon ligt op tafel

Welke onderwerpen horen bij H3?

We hebben het veel over veranderingen gehad. Wanneer spreken we van een religieuze verandering?

1. Als er een verandering optreedt in het bestuur van een gebied.
2. Als er een verandering optreedt in het geloof van mensen.
3. Als er een verandering optreedt in het belangrijkste bestaansmiddel van mensen
4. Als er een verandering optreedt in het denken van mensen.

We hebben het veel over veranderingen gehad. Wanneer spreken we van een economische verandering?

1. Als er een verandering optreedt in het bestuur van een gebied.
2. Als er een verandering optreedt in het geloof van mensen.
3. Als er een verandering optreedt in het belangrijkste bestaansmiddel van mensen
4. Als er een verandering optreedt in het denken van mensen.

Wat is een bestuurlijke verandering?

Paragraaf 2 - De Franken komen

• 4e eeuw: Romeinse rijk valt uit elkaar
• Redenen: leger te klein, hoge belastingen, opvolging keizer, volksverhuizingen
• Einde Romeinse rijk --> begint middeleeuwen
• Frankische rijk: breidt uit met behulp van geestelijken

Waarom was de steun van geestelijken voor Clovis erg belangrijk?

Paragraaf 3- Leven op het platteland

• Einde handel --> leven van het land
• Meeste mensen leefden op een domein: berscherming in ruil voor afstaan land 
• Op het domein woonden een heer, en vrije boeren
• Horigen verrichtten herendiensten en betaalden pacht
• In het hofstelsel waren er rechten, plichten en voorrechten

Op een domein werd alles zelf gemaakt. Waarom?

De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.

1. Economische
2. Bestuurlijke
3. Religieuze

Paragraaf 4 - De verspreiding van het Christendom

• In het Frankische rijk woonden nog veel natuurgoden, monniken willen deze bekeren
• Priesters hadden veel invloed op het dagelijkse leven
• In de Middeleeuwen was er sprake van een standensamenleving

Standensamenleving

De taak van de tweede stand was...

1. Bidden
2. Vechten en beschermen
3. Werken
4. Voeden

Paragraaf 6 - Trouw aan de heer

• Karel de Grote verovert een groot rijk
• Om soldaten te kunnen betalen voert hij het leenstelsel in (zie volgende dia)
• Na dood Karel de Grote valt het rijk uiteen

Schema van het leenstelsel. 

De leenmannen kregen een titel = adel

Waarom valt het rijk van Karel de Grote uiteen na zijn dood(meerdere antwoorden zijn goed)

1. Opvolgers geen goede bestuurders
2. De Islam werd belangrijker in Spanje
3. Ridders weigeren trouw te zweren aan Karel de Grote
4. Het hofstelsel werkte niet goed

Wat weet je nog over
paragraaf 5: De Islam
in Europa

Paragraaf 5 - islam in Europa

• In de 7e eeuw ontstaat een nieuw geloof: de Islam
• Islam heeft vijf zuilen: geloofsbeleidenis, 5 keer per dag bidden, armen&zieken helpen, ramadan, bedevaart
• Moslims veroveren veel gebieden: bekeren niet verplicht

Wat is de definitie van heidenen?

1. Mensen die geloven in het christendom
2. Dat zijn horigen
3. Mensen die geloven in natuurkrachten en -goden
4. Mensen die geloven in de islam

Wat zie je op het plaatje hiernaast?

1. Een kerk
2. Een synagoge
3. Een klooster
4. Een moskee

De vijf belangrijkste regels van de islam noemen we de vijf...

1. geboden
2. regels
3. korans
4. zuilen

Het begrip dat bij dit plaatje past is ...

1. West Romeinse Rijk
2. Volksverhuizingen
3. Frankische rijk
4. Urbanisatie

Geestelijken waren belangrijk omdat zij ervoor konden zorgen dat mensen niet in de hel kwamen.

1. Juist
2. Onjuist

Wat vind je nog een moeilijk onderdeel/ welke vragen heb je nog?

Een vraag die ik op het proefwerk verwacht is...