Flex-KA35 Socialisme & kiesrecht

KA 34 & 35
Flex 
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

KA 34 & 35
Flex 
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines

Slide 1 - Slide

Vorige les

Waar staat het liberalisme voor?
Wat was de rol van het liberalisme in die tijd?

Slide 2 - Slide

Vorige les
Waar staat het socialisme voor?
Wat is het communisme/Marxisme
Wat veranderde er in Nederland door de inzet van de socialisten? 

Oefenen vaardigheid: spotprenten

Slide 3 - Slide

Vorige flexles
Waar staat het socialisme voor?
Wat is de sociale kwestie?
Hoe woonden de arbeiders, in de verschillende delen van Nederland?
Hoe waren de werkomstandigheden van arbeiders?
Wanneer begon er wat te veranderen aan de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Situatie grondwet na 1848
  • Er was sprake van Censuskiesrecht. Alleen mensen die belasting betalen (dus rijke mannen) mogen stemmen


  • Hierdoor kregen de liberalen de overhand in het parlement en dus de macht




Slide 6 - Slide

Situatie grondwet na 1848
  • Naast Censuskiesrecht was er ook een Districtenstelsel


  • Elk district kiest zijn eigen

     vertegenwoordiger voor

     het parlement →



Slide 7 - Slide

Het kiesrecht breidt zich uit 1848-1887

Slide 8 - Slide

 socialisten
opkomen voor rechten van de arbeiders
  • ...?
  • ...?
  • ...?
  • ...?

Slide 9 - Slide

 socialisten
opkomen voor rechten van de arbeiders
  • kiesrecht
  • arbeidsomstandigheden
  • woonomstandigheden
  • 888 (8 uur werken, 8 uur vrij, 8 uur slapen)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

socialisten
sociaal- democraten 

VS 

communisten

Slide 12 - Slide

De sociale kwestie &
De Sociaal Democraten :
stroming binnen het socialisme die via de politiek probeerden hun doelen te bereiken (sociale wetten & kiesrecht)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Optie 1
Arbeiders richten vakbonden op
vereniging van mensen met het zelfde beroep die strijden voor betere rechten.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Optie 2
Politieke partijen

Slide 17 - Slide

Pieter Jelles Troelstra (SDAP)
Ferdinand Domela Nieuwenhuis (SDB)

Slide 18 - Slide

Doen
Hoe overtuig je dan de tweede kamer van je punt?

Slide 19 - Slide

Doen
1. Leg de kaartjes neer
2. Verdeel de kaartjes tussen argumenten van arbeiders en argumenten van de elite.
3. Welke argumenten vind jij zelf het belangrijkste en het minst belangrijk? Leg deze neer.
 


Slide 20 - Slide

Doen
4. Wat denk dat de meest gebruikte argumenten waren destijds? Leg deze neer. 

Slide 21 - Slide

Doen
5. Welke argumenten gebruikten de arbeiders in gesprek met de elite en welke onderling? Leg ze zo neer.
6. Welke argumenten gebruikte de elite in gesprek met arbeiders en welke onderling? Leg ze zo neer.

Slide 22 - Slide

Doen
7. Verdelen klas arbeiders – elite
8. Noteer een kort en vlammend betoog om mede arbeiders of mede elite ervan te overtuigen dat ik iets moet veranderen/dat er niets moet veranderen. Draag deze voor aan de klas.

Slide 23 - Slide