basisstof 3 planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

welkom!

pak je boeken er bij en wacht rustig tot we gaan beginnen.

leerdoel

je kunt kenmerken noemen van zaadplanten en sporenplanten.

5 groepen dieren

we hebben het over de volgende 5 groepen gehad welke ook alweer?

vissen

Leven in water, hebben schubben met daarop slijm. Ze halen adem via kieuwen.

hebben eieren zonder een schaal.

amfibieën

Leven buiten en in het water, de huid is bedekt met slijm. haald adem met longen en zijn huid.

hebben eieren zonder een schaal.

reptielen

Leven buiten en in het water. hebben droge schudden als huid en hebben longen.

hebben eieren met een zachte schaal.

vogels

vogels leven op het land of in de lucht. hebben veren als huid en ademen met de longen.

hebben eieren met een harde schaal.

zoogdieren

leven op het land en in het water. ze hebben een huid die bedekt is met haren en ademen met longen.

worden levend geboren zonder ei.

dieren die eieren leggen met een zachte schaal zijn de

1. reptielen
2. zoogdieren
3. amfibieën
4. vissen

dieren die zonder ei worden geboren zijn de

1. reptielen
2. vogels
3. amfibieën
4. zoogdieren

dieren die de huid bedekt hebben met schubben en slijm zijn de

1. vogels
2. zoogdieren
3. vissen
4. reptielen

dieren die kunnen ademen door longen en de huid zijn de

1. amfibieën
2. reptielen
3. vissen
4. zoogdieren

aan de slag

maak opdracht 6,7,8 en 9

blz143 t/m 145

Planten

planten

Tijdens de lessen over organen hebben we geleerd dat planten ook organen hebben. welke waren dat ook alweer?

verschillende planten

zoals je misschien wel eens gemerkt hebt zijn er veel verschillen te zien tussen alle planten. er zijn ook heeel veel verschillende soorten.

planten ordenen

net als dieren kan je planten ook weer ordenen (indelen) in kleine groepen. Dit doe je door naar de verschillende kenmerken te kijken van de planten.

je ziet hier links een zonnebloem en rechts

een varen. welke verschillen zie je ?

twee verschillende groepen

er zijn bij de planten 2 verschillende groepen.

zaadplanten en sporenplanten. het belangrijkste verschillende kenmerk is dat zaadplanten bloemen hebben en sporenplanten niet.

zaadplanten

de meeste planten die je kent zijn zaadplanten. In de bloemen die ze hebben ontstaan zaden. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien. bomen en struiken vallen ook onder de groep zaadplanten.

sporenplanten

sporeplanten hebben geen bloemen. ze planten zich voort met behulp van sporen. mossen en varens zijn sporenplanten. Met behulp van de sporen kan een varen of mos zich voortplanten. b

sporen

de sporen worden bij de planten op verschillende manieren gemaakt. bij varens gebeurt dit door sporenhoopjes. bij mos zworden er sporendoosjes gemaakt.

huiswerk

opdracht 1 tot en met 5

paragraaf 3.3 dit is op bladzijde 147

Zaadplanten hebben ...

1. bloemen, bladeren en wortels
2. bladeren en wortels

voorbeeld van sporenplanten zijn:

1. varens en mossen
2. roos en narcis
3. champignon en vliegenzwam
4. beuk en eik

Leerdoel 6.
Bij welke plant bevinden de sporen zich in een sporendoosje?

1. Varen
2. Mos

Zie je op de afbeelding sporendoosjes of
sporenhoopjes

1. Sporendoosjes
2. Sporenhoopjes

Zaadplanten hebben geen.....

1. zaden
2. bloemen
3. stengels
4. sporen