Les 5: Herhaling H3

1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les 5: Herhaling H3
  • Huiswerk nakijken
  • Samenvatting met vragen
  • Tijd om te leren 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Planning
SO H3 24 januari

Slide 7 - Slide

En dan nu....
De samenvatting!
  • Schrift en pen in de aanslag
  • Vraag - leerdoel - uitleg

Slide 8 - Slide

Vraag 1
a. Hoe heet het als een stof van de gasfase naar vloeibare fase gaat? 
b. Hoe heet het als een stof die van de gasfase naar vaste fase gaat?
c. In welke fase is de zuurstof die we inademen?
d. Als de temperatuur daalt tot 0 Kelvin, welke twee fase-overgangen gebeuren er dan met zuurstof?
timer
1:30

Slide 9 - Slide

Antwoord
a. Condenseren
b. Rijpen
c. Gasfase
d. Eerst van gas naar vloeibaar, dus condenseren, daarna van vloeibaar naar vast, dus stollen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vraag 2
a. Schrijf telkens het juiste woord op. 
Elke stof heeft zijn eigen / dezelfde soort moleculen.
 De moleculen van een stof staan stil / bewegen.
Moleculen bewegen gemiddeld sneller / langzamer als het warmer wordt.
Er zit lucht / ruimte / zuurstof tussen de moleculen.
b. De docent doet een proefje. Verklaar hoe dit kan en gebruik de molecuultheorie. 

timer
1:00

Slide 12 - Slide

Antwoord
a. zijn eigen, bewegen, sneller, ruimte
b. De bol warmt op doordat die vast gehouden wordt, de moleculen van het gas in de bol gaan sneller bewegen. Die moleculen gaan verder uit elkaar bewegen en duwen zo de vloeistof omhoog. 

Slide 13 - Slide

Molecuultheorie

Slide 14 - Slide

Vraag 3
a. Wat is het verschil tussen adhesie en cohesie?
b. Als je door een rietje drinkt, gaat water naar boven in het rietje, naar je mond toe. Leg uit hoe cohesie en adhesie hier een rol in spelen. 
timer
1:30

Slide 15 - Slide

Antwoord
a. Adhesie is de aantrekkingskracht tussen verschillende soorten moleculen, adhesie is de aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde soort. 

b. Cohesie: Dit verklaart waarom de watermoleculen samenblijven terwijl ze door het rietje omhoog worden gezogen. 
Adhesie: Dit verklaart waarom het water ook aan de binnenkant van het rietje blijft 'kleven'. 

Slide 16 - Slide

Cohesie en adhesie
Cohesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde stof.
Adhesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen.

Slide 17 - Slide

Vraag 4
a. Neem de tabel over en maak die af. 



b. Hoe koud kan het maximaal worden? Geef je antwoord in 2 eenheden
c. Hoe gedragen de moleculen zich dan? 

Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Temperatuur
T
Temperatuur
T
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Antwoord
.
.


b. 0K   en  -273 °C
c. De moleculen staan stil
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Temperatuur
T
graden Celsius
°C
Temperatuur
T
Kelvin
K

Slide 19 - Slide

Temperatuur
  • Grootheid - twee eenheden
  • Warmte is hoe snel de deeltjes bewegen. 

Slide 20 - Slide

Vraag 5
a. Hoe heet het onderdeel van een vloeistofthermometer waar de vloeistof in wordt bewaard? 
b. Wat gebeurt er met een vloeistofthermometer als die plots in ijswater wordt gedompeld?
timer
1:00

Slide 21 - Slide

Antwoord
a. Het reservoir
b. De vloeistof wordt kouder, de moleculen gaan dichter bij elkaar bewegen. De vloeistof krimpt in de stijgbuis en de temperatuur is af te lezen van de schaalverdeling. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Vraag 6
a. Leg uit wat het smeltpunt van een stof is. 
b. Hoe zie je aan een kookgrafiek waar het kookpunt is?
c. In welke fase is aceton bij 100 °C?
d. In welke fase is Helium bij -269 °C?

timer
1:00

Slide 24 - Slide

Antwoord
a. Het smeltpunt is de temperatuur waarop een stof gaat smelten.
b. Dan is de lijn horizontaal
c. Gas
d. Vloeibaar en gas

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Vast
Vloeibaar
Gas

Slide 27 - Slide

Vraag 7: de eindbaas
Een vloeistof wordt verwarmd en de temperatuur wordt bij gehouden in de grafiek. Welke stof is dit?
timer
3:00

Slide 28 - Slide

Antwoord
zwavelzuur

Slide 29 - Slide

Hoe ging dat?
Hebben jullie verder nog iets van mij nodig?

Slide 30 - Slide

Leren
  • Oefenen met opdrachten
  • Diagnostische toets online omgeving
  • Flashcards maken
  • Schrijf voor jezelf op hoe je nu gaat leren voor de toets. Zet daarbij een doel die de docent kan checken (bijvoorbeeld: 3 opdrachten gemaakt). 

Slide 31 - Slide