5.1 Onderzoekende houding



Onderzoeksvaardigheden



5.1: Een onderzoekende houding: uitgangspunten & meetinstrumenten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson



Onderzoeksvaardigheden



5.1: Een onderzoekende houding: uitgangspunten & meetinstrumenten

Slide 1 - Slide

Doel:
We gaan onderzoek doen naar het gedrag van mensen. Of tenminste: een opzet voor onderzoek naar het gedrag van mensen. Zie Classroom voor de opdracht.

Wanneer je een onderwerp werkelijk wil onderzoeken, kan dit evt voor je PWS.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Begrippen mbt bronbeoordeling:

  • Objectiviteit: gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen en feiten 
  • Betrouwbaar: maximale zekerheid dat geleverde informatie correct is.
  • Representatief: gebaseerd op een zo volledig mogelijke weerspiegeling van het verschijnsel of de groep.

Slide 4 - Slide

Feiten en kansen
  • In de sociale wetenschappen zijn geen natuurwetten (iets gaat áltijd zo). Wél wetmatigheden: een beschrijving van hoe iets meestal gaat en kansen: de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis optreedt.
  • Vb boek: kans dat een jongere tussen 16 en 22 jaar criminele dingen doet groter dan een oudere van boven 100 jaar. Maar kans is niet 100%, want:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Soorten onderzoek
  • Kwantitatief onderzoek: onderzoek met cijfers. Geven een goed overzichtsbeeld.
  • Kwalitatief onderzoek:
    onderzoek over
    achterliggende
    beweegredenen. Geeft
    genuanceerd beeld.

Slide 7 - Slide

Meetinstrumenten
  • Enquête: grote groep bevragen, vaak meerkeuze, kwantitatieve informatie. Respondenten zijn mensen die enquête invullen.
  • Interview: kleine groep bevragen, vaak open vragen, kwalitatieve informatie.
  • Observatie: kan kwantitatief en kwalitatief. Referentiekader van grote invloed. Checklist helpt bij objectievere meting.

Slide 8 - Slide

Meetinstrumenten
  • Experiment: in een gecontroleerde omgeving het gedrag van mensen bestuderen. Proefpersonen zijn mensen die deelnemen aan het experiment.

  • Kies het soort onderzoek en het meetinstrument dat past bij je onderzoeksvraag.

Slide 9 - Slide

Nu


Maak opdracht 4 (p. 93).

Slide 10 - Slide