6.2 De koude oorlog

6.2 De koude oorlog
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.2 De koude oorlog

Slide 1 - Slide

Antwoord vraag 12
Zie afbeelding hiernaast.

Slide 2 - Slide

Antwoord vraag 13
1 Frankrijk
2 Zwitserland
3 Liechtenstein
4 Duitsland
5 Oostenrijk
6 Italië
7 Slovenië

Slide 3 - Slide

Antwoord vraag 14
14a: Hoog in de bergen is het kouder dan in de dalen.
14b: Sneeuw en weide kom je vooral tegen op de top.

Er is een regeltje over de temperatuursdaling in de bergen:

Als je 1000 meter stijgt, daalt de temperatuur 6 graden.

Slide 4 - Slide

Antwoord vraag 17
17a: Monaco
17b: Vaticaanstad
17c: Monaco en Vaticaanstad
17d: Monaco, want dat ligt aan de Middellandse Zee.                     Vaticaanstad ligt midden in Rome. 
17e: Frankrijk (W/Z); IJsland (N); Monaco (Z); Nederland (W);         Vaticaanstad (Z)

Slide 5 - Slide

Deze les:
De Koude Oorlog

- Na deze les kun je uitleggen waarom de Berlijnse Muur werd gebouwd
Na deze les weet je het verschil tussen communisme en kapitalisme.

Slide 6 - Slide

Hoe eindigde de Tweede Wereldoorlog?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Berlijn
Duitsland wordt verdeeld in 4 bezettingszones

Dit zijn gebieden die bestuurd worden door het leger van een ander land

Ook de hoofdstad Berlijn wordt verdeeld.
Berlijn

Slide 9 - Slide

Berlijn
West-Berlijn is een stad van West-Duitsland, en dus kapitalistisch

Oost-Berlijn is een stad van Oost-Duitsland en dus communistisch

West-Berlijn is omringd door Oost-Duitsland

Slide 10 - Slide

Twee ideologieën
Ideologie: Een idee van denken over de maatschappij. De beste manier van een land besturen.
Vooral met economie te maken, niet met geloof!
Kapitalisme
Amerikaanse denkwijze
Vrije markt economie
Communisme
Russische denkwijze
Regulering door oveheid. Iedereen gelijk

Slide 11 - Slide

Kapitalisme
Winst maken, dus je kan zo rijk worden als je wilt

Vrijheid, je mag alles zeggen wat je wilt

Democratie, de leiders van een land worden gekozen door het volk
Communisme
Alles is van de staat, iedereen krijgt evenveel (gelijkheid)

Censuur, de staat bepaalt wat er in de krant staat

Dictatuur, één man is de baas

Slide 12 - Slide

De Koude Oorlog
Twee landen zijn na WOII de machtigste landen:
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie

Ze worden rivalen die de wereld verdelen

Slide 13 - Slide

Waarom zijn deze landen zo machtig?

De Verenigde Staten heeft de Atoombom
Niemand durft de VS (en haar bondgenoten) wat aan te doen

Maar dan krijgt de Sovjet-Unie ook een Atoombom....

Slide 14 - Slide

Verenigde Staten
  • Democratisch -> Het volk mag kiezen
  • Kapitalisme -> Winst willen maken
  • Vrijheid -> Je mag zeggen wat je wilt


Slide 15 - Slide

Verenigde Staten
John F. Kennedy
Gekozen door het volk

Slide 16 - Slide

Sovjet-Unie
Joseph Stalin
Leider van de Communistische Partij

Slide 17 - Slide

Sovjet-Unie
  • Dictatuur -> Eén iemand is de baas
  • Communisme -> Alles is van de staat
  • Gelijkheid -> Iedereen krijgt evenveel

De Sovjet-Unie bestaat meer landen, de grootste is Rusland
De hamer en de sikkel:
Het symbool van arbeiders en boeren

Slide 18 - Slide

Welke combi is juist?
A
De SU & Kapitalisme De VS & Communisme
B
De SU & Communisme De VS & Kapitalisme

Slide 19 - Quiz

Wat klinkt aantrekkelijker? Kapitalisme of Communisme?

Slide 20 - Open question

De Berlijnse Muur is onderdeel van de Koude Oorlog. In welke tijd vod de Koude oorlog plaats?
A
Tussen 1950 en 1990
B
tussen 1900 en 1950
C
Tussen 1850 en 1890
D
Tussen 1800 en 1850

Slide 21 - Quiz

In de Sovjet-Unie (communisme) kan je rijk worden door heel hard te werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

In de Verenigde Staten is één partij de baas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Waarom is de Koude Oorlog "koud"?
A
Het was een oorlog in een koud gebied
B
De wapens zijn koud gebleven want er is nooit oorlog geweest
C
Een atoombom is een koud wapen
D
Zowel Stalin als Kennedy waren ijskonijnen

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Kader: maken blz. 104 opdracht 1,2,4,5,6
Basis: maken blz. 95 opdracht 1,2,3,5,6

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video